De Pooier

Ik ben de pooier van de hoer van het geluk ik verdien via de via aan het opgewonden menselijk ongeluk maak wat niet zo zo is wel degelijk en heerlijk vlot stuk vermenigvuldig het noodlottig effect bijna in een ruk het hele gevolg van deze opgefokte driften doet mij geen fuck want het opgetelde resultaat kan voor mij niet stuk de hoer is dankzij haar schuldenaren gekomen in mijn bezit van haar suf gespoten hersensetje tot in haar murw gestoten clit het groot opwindend geluk is zeg maar echt mijn ding waarmee ik de altijd geile gewillige klant bedwing de dof zwart blauwe omzet in fel glanzende rooie ballen laat het zaakje lekker vooruitstreven in die eeuwenoude stallen ik handel iedere dag in de fysieke arbeid des genot was eerder goed gestoord nog voor de vers ontsproten zot mijn al om weten is het groter geld achter de bezige transactie de gecultiveerde pin passie is maar slechts een fractie van mijn welverdiende torens van tonnen hoger inkomen mijn bergen bezittingen ontstaan uit eerder aangeleerde dromen ik verkoop op de achtergrond geil als water aan een dweil ik leef van lust en beven de geile wil die moet overleven het gehuurde licht is roze rood afbetalen met een laatste stoot u kloten mijn bodemloze diepe zak uw voze drijfveren mijn gestoomde pak ik ben de pooier van de geluksprostituee tegen mijn welvaren zegt u nooit nee zij en u, beide volgen in mijn kielzog gedwee u verzuipt onwetend in mijn machtige diepzee zij kent mij echter verrekte goed mijn sporen sluipen in haar bloed met haar bloed wordt u gelokt de prille belofte met een blik opgefokt als haar geluk u niet langer bevalt wordt zij door afkeuring elders gestald daar waar geluk maar weinig kost meestal in het ledige lange niks oplost ik geef de dichte deur een kruk zorg voor pril en vers geluk voor lekkende ballen een valse entree een gekocht ja voor het overheersend nee ik laat u zieltogend setje stijgen al moet ik daarvoor het middel bedreigen maak ik daarvoor bruine ogen blauw zweer ik haar voor eeuwig berouw blijft ze aan haar schulden trouw ja, alles wat ik heb was ooit van jou geluk is op deze markt mijn bubbelbad een vers gesneden cirkel om mijn gat ik ben de pooier van het grote geluk daarmee betaal ik lik ende stuk het ware geluk wens ik u niet toe dan kan ik niet doen wat ik nu doe profiteren van de markt der gaten zodat ik me met hoerenlopers in kan laten losse naadjes, slappe was en slap gelul voor dit soort roerige zaken handig spul waarvoor ik mijn hoer voorzie in de noden zorg voor een bed waarin ze kan doden ze het geluk kan dienen met haar lijf en mijn groot aandeel in dat nederig bedrijf de sterke uitbater van haar vele baten de plunderaar van zelf gegraven gaten de eerbiedwaardige misdadiger der dadendrang er altijd over wakend maar nooit in het gevang ik de zorgverlener van de zorgverlener in nood mijn zedig inkomen benne haar daden groot de agent van geluk voor de hoer van geluk voor het hoerenlopers geluk van het laatste en slechtste boek ooit het allerlaatste hoofdstuk dat het overvloedig zaad mij tot die tijd rijkelijk zal voorzien en ik dankzij betaalde seks t gratis ongeluk verdoof en den centjes dien ik de pooier, maak u vele uren tellende levenspuzzel stuk voor stuk stuk voor het eigen hoger gewaardeerd geluk met bloed, zweet en tranen in kapi taal geschreven wetten capitels over dwangmatig handelen met verplicht gedragen dubbele petten de wil om te leven in gedenk te sterven omzetten iedere ontsnappingspoging dankzij ontspanning beletten ik de pooier knevel u levensdagen met geld en al die dagen worden dankzij mijn aanwezigheid geteld de tralies achter de schermen kunt u juist daardoor niet waarnemen de winkel ketenen waaraan u tijd en energie moet besteden gehakte ballen, droge worst en een tong gespleten zoveel woorden nodig voor zaken om het niet langer te hoeven weten sleep je suffe lijf langs de in vele vakken uitgestalde waren kom van opstaan tot neergaan nooit meer tot bedaren er is altijd wel een stemming die moet worden opgebeurd een restje huid dat met de hoogtezon moet worden verkleurd iets om gelukkiger van te worden dan je bent, was of schijnt te zijn een beschikbare hoer voor het geluk en tegen de pijn en daar zo daar tussen die uitwisseling in dat is waar ik ben, de pooier ...