Deze Aan de rand van Duindorp zitten een paar vrouwelijke inboorlingen op plastic stoelen, uren achtereen sigaretten te kauwen en te klagen. Een kind zit met z’n dikke rug naar de omlaaghangende mondhoeken en staart naar de grond.

Een grote vierkante vrouw met een rond hondje dat op zijn reet wordt voort getrokken terwijl ie wil plassen. Ze kijkt me boos aan. Waarom? Het is een stralende dag! Beetje fris maar zon.

Een loodgieter met een punthoofd kijkt me verbaasd aan. Ja, dat snap ik wel.

In de duinen worden foto’s genomen van twee jongens met een schaatspak aan. Eentje knalblauw. Hij doet een blank dansje. Ik neem er een foto van maar ben net te laat. Ze zijn zichzelf al aan het bekijken. Zouden ze Purno de Purno kennen?

Een meisje met een zelfverzekerde tred lacht geforceerd haar eenzaamheid weg. Alleen is ook oké, hoopt ze. Ze loopt rechtdoor richting strand, maar gaat toch linksaf, maar dan toch maar rechtdoor.

Even later duik ik in de intense groene zee. Het is heel koud. Twee graden of zo. Het doet pijn en elke seconde in het water lijkt drie uur. Na 21 uur in het water lijkt het te gaan wennen. Maar dan besef ik dat signalen in mijn hoofd mij iets proberen te vertellen. Dit is níet de bedoeling! Duizenden naalden prikken me het water uit. Even kon ik dat ontkennen. De statische toestand, lock down, avondklokjes, het onvermogen wat er aan vastplakt, het vacuüm, in een keer weg.

Terwijl ik euforisch opdroog in de zon met een laagje zee op me tegen de frisse lucht, ontstaat er weer een nieuwe wereld in mijn hoofd en hij is fantastisch.

Ik moet het even opschrijven. Oh dat is dit natuurlijk. Deze. Zoetsappig weer hoor. Godsamme.

Terug in de duinen op een bankje. Een roodborsttapuit fluit alvast de lente. Oh fijn, nog meer zoetigheid.

Op het bankje naast me hebben twee vrouwen het over een gemiste aanbieding. Ze heeft ook nog met Jennifer gesproken. De bewolking begint weer.

twien