Flarden in tijden van pandemie

2.

Happy corona! schreeuwt een meisje naar de overkant. Ja man! Schreeuwt een jongen van kapperszaak Smileys met een grijns terug.

Vanwege de pandemie is een hotel alleen ‘s avonds en ‘s nachts gesloten, waardoor het virus wat vampierigs krijgt.

Op weg naar het park spreek ik afzonderlijk met een Amerikaan, een Belgische en een Franse, waarvan twee met hond en een met lunchpauze. Het fantastische lente weer en de pandemie en de bijbehorende gepaste afstand worden op gepaste afstand besproken.

Aan een schuine oever in het gras zit een vent met een zwarte regenjas en een zwart mutsje op zonder hengel een snelle jelle te eten.

In de speeltuin piepen alle schommels en schreeuwen ballende kinderen. De ijscoman heeft het druk. De kinderen gaan los. Eigenlijk is de hel al begonnen.

Een man met een vrouwelijk hoofd zit in zijn Porsche in zijn groene geruite blouse te wachten op groen licht. Zijn hoofd zakt zachtjes weg in zijn onderkin.

In de winkelstraat is het minder druk en zingt Danny de Munk dat hij zich zo verdomd alleen voelt. Een vrouw met een te grote rooie trui en een dikke bijpassende bril doet een stap naar links en dan naar rechts, om zo zo snel mogelijk naar voren te waggelen. Aan het eind van de middag is zelfs de Primark dicht.

Een kleine man met een zwart leer jack met een nors en kaal en hier en daar gedeukt hoofd heeft net 3 pakken wc papier gehamsterd.

Floortje Dressing hamstert niet. Ze zegt op tv dat je ook weer een simpel bordspel gaat waarderen, wat ik mijn eentje juist minder doe.

Ze hebben het in de talkshow ook heel lang over het songfestival wat niet doorgaat. Het songfestival had ik best willen missen, waardoor ik besluit het onderwerp over te slaan.

Bij Radio Oranje op youtube valt me op dat Paul Haenen een enorm groot hoofd heeft. Zijn wangen zijn midden in beeld en hangen hard naar beneden en accentueren op schitterende wijze zijn mondhoeken terwijl hij aandachtig luistert naar het verhaal van een ridder in tijden van pandemie.

Tijdens het tekenen van een immer boze ridder hoor ik op straat een man aan de telefoon: 'De omstandigheden en de mogelijkheden, ja, het is vandaag mooi weer en morgen regent het en wie weet hoe lang dit gaat duren.' Degene met wie hij belt, gelooft nog niet in de pandemie en ligt nog te slapen. 'Drink eerst maar even een bakkie koffie....'

Ondertussen gaat de staatssecretaris van volksgezondheid tijdens het debat van zijn stokje. De arme drommel speelt met mensenlevens. Ondertussen ligt de vriendin van een vriend nu in het ziekenhuis met iets anders, maar mag straks naar huis. Ondertussen ligt een moeder van de vriendin van een meisje wat ik ken in een coma. Ondertussen bij een Netflix serie geven ze elkaar nog gewoon een hand.