Guitig Door de reflectie van m’n ventilator in het raam denk ik dat de man beneden een ruitjesbroek aan heeft. De man is oud en kalend en klein. Hij wacht op de dame die normaal op een kunstleren kruk in het kamertje achter het raam zit.
Het is redelijk rustig in de straat, weinig meisjes, weinig klanten. Een vaste straatbezoeker geeft de man een schouderklopje en lacht. Hij wijst naar verderop in de straat. De man reageert amper. Hij tuurt in het zwart van de kier van de open deur achterin het kamertje. Daar ergens is ze aan het werk.
De dame is zelf ook op leeftijd, zeker vergeleken met de rest. Ze heeft weinig klanten, dat gaat zo met de jaren. Ze komt elke ochtend vroeg en zet haar fiets met fietstassen met Hema-motief in het fietsenrek. Als het rustig is, kan ze soms een impulsief mannetje meepikken.
Hele dagen zit ze in een korte zwarte kanten jurk. Ze begluurt de langslopende mannen, meer dan andersom. Vaak hangt ze lomp, alsof ze dood is, in de hoek tegen het raam geplakt. Toch heeft ze iets charmants.
Haar veel jongere buurvrouw zit onderuitgezakt tv te kijken op haar telefoon. Ze klemt in de breedte van het kamertje tussen een stoel en de verwarming. Af en toe kijkt ze toevallig naar buiten. “Ze is een vleesgeworden sloot met een hondenkop”, zei een vriendin. Leuk voor mannen met een vreemde fetish misschien. Ze heeft nauwelijks klanten.
De man schuift met zijn vingers wat witte haren langs de zijkant van zijn hoofd. Hij blijft kijken en wat ijsberen, het is koud. Een andere man kijkt over zijn schouder mee, benieuwd of er in het kamertje wat gebeurt, maar niks.
Het is een zware klus, afgezien nog van het ware werk. Acht, twaalf of zestien uur. Zitten, staan, dansen, lonken en lachen. Blikken geven en nemen. Vieze praatjes maken. Afdingende losers afpoeieren. Heel veel wachten met weinig kleren aan. Het zijn professionals. De meesten zijn er elke dag.
Een Dominicaanse een aantal ramen verder verleidt met haar borsten door met haar heupen te bewegen. Door de boezem van m’n buurvrouw ben ik afgeleid van mijn eigen gegluur. De man blijft stoïcijns naar de lege kamer kijken.
Dan gebeurt er wat. Een grote vent met een fluorgroen jack komt uit het kamertje gelopen. Hij kijkt de man kort nonchalant aan.
Daarna wordt eindelijk de deur voor hem opengedaan. De dame lacht vertrouwd. Hij is aan de beurt. Ik zie vluchtig de blik van de man als hij de deur achter zich dicht doet en die is guitig.