Halskokken (10 april en 23 juli) Zo'n grote zilvermeeuw landt op de stoep met een fiks stuk brood met pizza kleurtjes in z'n bek. Meteen wordt het beest belaagd door een andere meeuw en twee kauwen. Ze zijn er als de kippen bij. Mauwende kokmeeuw. Kauwen kabaal. Dan schrokt ie het stuk in een keer op. Snavel in de lucht. Een vloeiende beweging kun je het niet noemen. Veel heeft te maken met zwaartekracht. En een flexibele strot. Een soort kokhalzen, maar dan andersom. Halskokken.

Het doet me denken aan een ritueel wat een paar vrienden tijdens de borrel met stukken Franse kaas vaak doen: Nog net niet met je duim de keel door duwen en al reikhalzend uitzien naar het volgende. Met grote stukken taart kunnen ze het ook trouwens. Hop, weg! Zakken chips. De klauw constant in de zak. Zoveel mogelijk in de al volle snavel douwen. Secondewerk. Soms zie je nog even een silhouet bij de hals wegglijden. Als je even niet oplet, lijkt het nooit bestaan te hebben. Tanden zijn overschat. Een bord spaghetti is eigenlijk gewoon drinken. 'All you can fijnproeven' is een sport.

Nog even kijken de andere vogels toe of de zilvermeeuw niet ontploft. Dan zou iedereen eten. Maar dan vliegen ze allemaal in één keer zwijgend weg, richting de Maccy D. Fast food gaat over leven.

© twien