Marter Ik loop weer eens met Lange Wandelaar in het bos bij de duinen. Lange Wandelaar weet veel van de natuur. Dat is leuk. Leerzaam. We eten wat lijsterbesjes. Die blijken behoorlijk bitter. Best goor. Hij vertelt een verhaal over marters. Marters behoren tot de marterachtigen. Net als bunzingen, hermelijnen, dassen, wezels, otters...dat volk. Agressieve roofdieren zijn het. Nog nooit gezien, marters. Lange Wandelaar ook niet. Heel veel in dit bos. ‘Vier’ zegt Lange Wandelaar. Ik begrijp niet wat ie bedoelt. Ik zat even aan de tieten van een actrice te denken. Kijk, een vogel! Vier? Vier is toch niet veel? Best groot, dit bos. Schijnt dat beest dus enorme territoriumdrang te hebben. Het mannetje dan. Vier mannetjes in het hele bos. Maar wel allemaal 4 of 5 vrouwtjes. Dat wel. Machootjes. Verderop ineens gekraak. Een dier!? We stoppen met lopen en ik tuur naar het geluid, richting een boom in de verte. De boom doet verder niks. Tja, boom. Lange wandelaar fluistert: ‘Iets verderop op het pad ligt een vrouw op de grond iets af te vegen terwijl ze aan de telefoon is.’ Wat zegt ie nou? Ik blijf maar naar die boom kijken terwijl er allerlei rare gedachtes door mijn hoofd gaan. Dan kijk ik op het pad en zie inderdaad een fors formaat vrouw op de grond. Als we langs haar lopen en ze inmiddels is opgestaan, zeggen we vriendelijk gedag alsof ze niks aan het afvegen was. Oh niks hoor. Rare vrouw, denk ik gelukkig niet hardop. Om de hoek ziet Lange Wandelaar poep. Poep met besjes erin. We kijken naar de poep en Lange Wandelaar vertelt er wat over. Dan loopt de afvegende vrouw langs. Rare jongens denkt ze niet hardop. De poep bleek later van een marter. De marter blijkt namelijk delen van het jaar veganistisch. We gaan hem nog wel zien. Die ellendeling.

© twien