Gelukkig ‘Hier hebben we laatst gekeken voor een huis.’

Een jongen met een snorretje op een sportfiets met een te korte broek zodat zijn enkels te zien zijn boven zijn te korte sokken, praat tegen een meisje met een dikke bruinoranje wollen muts, die met haar gedachten ergens anders lijkt te zijn.

Het is zondag en ze waren net nog in zo’n turquoise koffiebar vol met jonge vrouwen die zwanger zijn, of net waren, of dat graag willen worden, samen met iemand die dat wel snapt.

‘Tja’, denkt ze even later als het tot haar doordringt, over het huis waar ze niet gaan wonen met het kind dat ze nog niet hebben, ‘in een huis in een andere buurt kunnen we net zo goed oud worden en kinderen krijgen om er uiteindelijk in dood te gaan. Als je maar gelukkig bent.’

twien