Langzaam in tijden van pandemie

6.

Dag 1000...

Een zittend stelletje zegt enthousiast tegen een ander stel wat langsloopt dat ze er wel klaar mee zijn. “Een beetje schuiven met opdrachten en over een tijdje kijken hoe het ervoor staat en dan doorplannen. Ja, ik heb nog wel wat opdrachten lopen, maar dat is het. Dat je niet al je spaargeld er doorheen jaagt. Wel aanspraak op de regeling maar er zijn mensen die het veel meer nodig hebben. Verder moeten we het zien. De zon schijnt. Dat is ook zo. Naar kantoor. De deur uit. De wereld wordt heel klein. Hele dag achter zo’n scherm en dan 's avonds de sociale contacten ook nog. De ouders hebben de oorlog meegemaakt. Eigenwijs. Risico. Ja, jouw moeder. Ja! Die weet wel dat er iets aan de hand is, maar ze wordt vooral steeds bozer. Het is echt iets vanuit de film. Dit is gewoon hoe het is als er oorlog is zei iemand die uit een oorlog kwam. Avondklok... Avondklok? Gelukkig is het lekker weer. Ja dat is ook zo.”

Een vrouw zonder nek met een leer jack en lompe ongeknipte krullen loopt op haar viezige roze Ikea pantoffels door het grind haar grind-kleurige golden retriever uit te laten.

Naast een mooi Aziatisch meisje zit een jongen die me aan kijkt. Hij lijkt zó erg op een jongen die ik ken, dat ik het raar vind dat hij me geen gedag zegt.

Een grijze vrouw zegt tegen haar dochter met dezelfde handtas om haar andere schouder, dat al haar kopieerapparaten in beslag zijn genomen.

Een meisje rent langs met een mondkapje op. Ik neem een foto van haar op het moment dat ze twee marechaussees in een zwart pak met blauwe baret passeert, die eigenlijk te dicht bij elkaar staan. Als ik de foto bekijk, zie ik dat een van de mannen mij aankijkt en ik kijk hem daarna in het echt ook aan. Als hij even later verder loopt, stopt hij even met praten en als hij in slowmotion weer mijn richting op kijkt, verstomt al het andere geluid. Even voel ik me onderdeel van een door de staat onderdrukt volk in een hele andere film. Dan landt er een duif vlak voor me en doet net alsof ik iets te eten voor ‘m heb. Hij heeft een rare kale plek op zijn koppetje. Even voel ik me onderdeel van het dierenrijk. Dan nies ik net niet in mijn elleboog, maar gooi hem toch maar weg.

Het tv-programma over sportevenementen die niet doorgaan, gaat wel door: Het leven van een tafeltennisser is totaal veranderd en ook andere sporters schijnen een leven te hebben.

Bij het ochtendjournaal verteld een voorlees meisje met te veel babyvet in haar gezicht over de tegenvallende cijfers van de luchtvaart deze maand door de crisis, als gevolg van de crisis. Ook steden lopen inkomsten mis door de crisis, als gevolg van de crisis. Het lijkt soms net alsof alles in dezelfde wereld gebeurt. Opeens staan de oogjes tussen de babyvetjes op vrolijk: “Creatievelingen verrassen de wereld met opbeurende video’s”, en ze verwijst naar een heel ander platform.
Nieuws over het einde van een Europa en over de privacy van de mensheid wordt maar even achterwege gelaten.

Ondertussen schieten de Amerikanen voor de zekerheid iedereen dood.