Roerloze mieren Van die dagen dat het normaal is dat kleren klam zijn, ook al pak ik ze uit de kast. De wereld ruikt naar opgedroogde natte hond. Snurkend maakt m’n snotneus me wakker van een dutje na een drassige wandeling. Met m’n been schuif ik over een poot van m’n bril die afbreekt. Zonder boter plakt de hagelslag niet, nu liggen er overal roerloze mieren.

Sinds zeven oktober ben ik vaak boos en verdrietig. Het was nog zomer. Ik stootte die dag lelijk m’n teen en verloor een nagel. En er startte een oorlog die al 75 jaar duurt. 🍉

twien