Suiker inhaleren Op weg naar een barbecue ben ik met een vriend in een overdreven groot en hoog overdekt winkelcentrum. Het heet ‘Winkelcentrum van Nederland’, maar dan in het Amerikaans. Het logo lijkt op een sigarettenmerk. We hebben eigenlijk alleen ketjap en citroen nodig, maar ondergaan expres deze ultieme degradatie van het landschap en de mensheid.

Één grote klimaatgereguleerde bedompte toestand. Maar alles glimt. Het is zaterdagmiddag en druk. Massa’s mensen sjokken langs dezelfde winkels als in elk Nederlands winkelcentrum. De mensen zijn als bijfiguren in games. Die worden NPC’s, Non Playable Characters, genoemd. Ik loop er soms per ongeluk doorheen. Om het echt te laten lijken, kijken sommigen je aan.

We bedenken dat geuren bij winkels best eens nep kunnen zijn. Dat ze per ongeluk de geur van de parfummenwinkel verwisseld kunnen hebben met die van een kipsnackshop.

Een paar stappen een snoepwinkel binnen inhaleer ik suiker. Waarom lopen we hier? ‘Iets voor je kids?’, vraag ik, maar versta z’n reactie niet. Resoluut pakt hij ‘Bazooka’ van een stellingplank vol kauwgum. Even later scheur ik de comic die er omheen zit half doormidden.

Willekeurig gaan we een winkel binnen voor mensen die geen kadootje kunnen verzinnen en dan maar iets lulligs kopen. Een blauwe plastic ganzenveer als pen. Een poster van een foto van een bekend kunstwerk. Een zogenaamd halfgesmolten klok. Een antenne met een vork eraan.

We lopen een lange hal in. En nog een. De bazookakauwgum is veranderd in een smakeloze bal rubber. We belanden tegelijkertijd in een onvermijdelijke depressie. We zijn veranderd in NPC’s.

twien