Vloeibare meisjes Een vriendin zegt dat ze er niks van merkt, maar krijgt dan plotseling de slappe lach. We lachen hard mee. De hele avond is ineens intens. Een andere vriendin vindt m’n balkon supergroot. De net donker geworden blauwpaarse lucht lijkt licht te geven. De vuurkorf in de fik valt van de barbecue, wat doet ’ie daar, wat een zooi. Alles is duizend.

Met een vriend loop ik naar beneden, naar buiten, de hoek om, de straat in. Iedereen is een bijna vloeibaar geworden zuurstok. Het is druk maar stil in de straat. Zombies, die jongens, die gozers. Op zoek naar vertier kijkt niemand voor zich. We lachen als we er bijna op botsen.

Vrouwen en meisjes met alle kleuren en vormen dansen met hun heupen en billen in nachtponnen en kanten lingerie. Borsten en kapsels deinen erachteraan. Tegen de maat in drillen de venusheuvels en grote monden nemen makkelijk alle mannenwensen als tussendoortje. Sommige gezichten lijken te groeien en ogen kijken dwars door alles heen. Ik zweef te veel om het sexy te vinden.

Als ik een meisje iets beter bekijk en in haar ogen kijk, durf ik niet meer verder te gluren. Het meisje lacht en wenkt, net als het volgende meisje lonkt. Ze kijken me aan en laten blijken dat ik ze moet willen, maar ik schaam me geloof ik om hun lichaam te keuren. Ik weet niet waarom. Het is hier de bedoeling. Vlezige toestand. Ik wil het niet. Of misschien wel, misschien stiekem. Misschien in een minder gezapig verhaal waar ik iemand anders ben.

We gaan een donkere tunnel in. Er zijn witte tegels en een roze gloed. Veel van die dikke donkerrooie gordijnen zijn dicht. Het ruikt naar schoonmaakmiddel en goedkope aftershave op ongewassen jongenshuid, je zal er maar een leren jas van hebben.

Op een splitsing blijven we staan. Een aantal knapen met dezelfde soort kleren passeren in een draf. De voorste met een grimas doet al lopend zijn trui aan. De laatste heeft een verkreukeld kaal achterhoofd met haar in de voegen.

Weer buiten lopen we langs nog een tunnel, maar die loopt dood. Hectaren keukenrol, kilo’s condooms en liters zaaddodende pasta maken zelfs een doodlopende tunnel levendig.

Maar dan lopen we naar huis.

twien