Zielloos lachwekkend

Strak geschoren heggetjes, soms met wat rondingen, hier en daar in een figuur. Gemillimeterd gras glimt alsof het kunststof is. Grasmaairobots in gevecht met de angst voor verwildering. De nieuwe huizen zijn grijs en degelijk. Nergens mensen te bekennen, het lijkt een spookstad. De bewoners zijn vast aan het werk om hun huis te kunnen betalen. Het is gaan miezeren, de wijk lijkt te huilen. Ik maak een foto van een heggetje en plots is er een hardloper die een blik naar me werpt alsof ik een diefstal aan het plannen ben.

Ik moet denken aan een wervingstekst voor zo’n wijk met nieuwe huizen (‘Type Blauwe Regen – Large’) waar een volksbuurt voor werd gesloopt:

Je zet de bakfiets terug in de deeltuin en loopt richting je eigen achtertuin, met aan een hand je vrolijke peuter die gezellig mee stapt. Lachend zwaai je naar Kim en Jason, die op het veldje de tent proef-opzetten. Gelukkig staat de tuindeur open – wanneer eigenlijk niet – dus stap je zo naar binnen. Daar is je partner in de keuken al bezig met een uitgebreide maaltijdsalade. Aan de extra grote schaal te zien, schuift er vanavond weer iemand aan. Dat wordt gezellig lang natafelen in de tuin! Wat is het toch heerlijk wonen in jullie huis in de Wielewaal! bron

Het volk uit de gesloopte wijk is weggejaagd. Waarschijnlijk verloren geraakt op goedkopere grond dan deze makkelijk met de Volvo bereikbare wijk. Misschien is er een voormalig bewoner nog postbode.

Vlak voor de sloop woonde ik in zo’n volksbuurt. Ik had een buurman, Eus. Eus met z’n dikke neus. Iedereen kende Eus en Eus wist alles. Hij gaf me een verwarming en het was goed. Bewoners als Eus moeten zich aanpassen aan de stad in plaats van andersom.

Zielloos lachwekkende heggetjes geven de nieuwe orde aan waar die vrolijke peuter en de kids van Kim en Jason opgroeien. Van die kindjes die niet in plassen mogen springen want dan worden hun mooie gele laarsjes vies. Ze zullen de nieuwe ministers worden.

twien