Door de aanhoudende afwezigheid van mijn inspiratie moet ik toch wat. Het spul is verzonden tenminste op de Kafka zending site geven ze aan dat de opstuur en volg mijn weg code is aangemaakt maar verder ontbreekt eigenlijk elke zinvolle informatie, dit nummer is onformatie. Ik moet me daarom maar redden met de gebruikelijke halfbakken blockbuster pogingen. Dit hier is mijn vervolg op Robomaaier 1° en Robomaaier 2° ; De Kantjes Er Af, beide exemplaren na maken direct gepubliceerd in de altijd openstaande prullenbak. Echter nu is er anders niks.

Robomaaier 3 ; Maaiestijd

In de jaren tachtig leken alle problemen ontstaan in de jaren tachtig heel eenvoudig op te lossen. Nadat Robomaaier hele steden had platgemaaid besloot men na de arrestatie het Probleemgeval te bergen in gletsjer ijs. Ook al was het inmiddels bekend dat het ijs langzaam smolt door een geleidelijke opwarming. Het geleidelijke ging alleen over in rap en daarom op een beroerde dag in mei 2023 brak een schots af en schoof zo het opwarmende stijgende water in, bij Grœnengęêlland dreef een restantje schots voorlangs de kust en daarin opgeborgen zat gewikkeld in dun bubbelplastic dat eens zo wild maaiende monster.

Robomaaier was ooit begonnen als een eenvoudige maaier van een redelijke grote tuin met opvallend veel gras en heel weinig ander groen. Hij hoefde zich niet te vervelen tijdens het gras groei seizoen. Het ging mis in de winter, de Robo software werd benaderd door een aantrekkelijk ogend Virus, zeer verleidelijk vooral tijdens de lange zinloze winterdagen. Het Virus was alleen nogal demonisch van aard, het had via via de aarde bereikt en met behulp van software bezit genomen van diverse jonge programmeurs allen in dienst van volgens velen een kwade mogendheid met een boze baas er op uit om de wereld te veranderen in een hete luchtballon.

Deze jongeheren waren in die periode net zo verveeld als de maaier in die winter. Het virus was meer dan welkom het gaf de jongens iets te doen, krankzinnig zijn. Op verzoek van de buitenaardse bron moesten ze dit virus implementeren in een groot motorisch vol automatisch aangestuurd mechanisch apparaat, liefst een vliegdekschip of atoomkracht onderzeeboot maar aangezien de jongens inmiddels volledig onbetrouwbaar waren stuurden ze het virus op pad naar de meest bizarre huishoudelijke apparaten. Geen van hen kon doen wat de kwade genius, bedenker van dit naamloze virus, wou dat ze deden. Het virus kwam terecht in o.a. ; tandenborstel, staafmixer, zonne cel calculator, led tuin verlichting en als 1 na laatste voor het terecht kwam in Robomaaier in een smart tv. Bij al die bezeten dingen werd er niet meer dan één slachtoffer gemaakt. Het gaf alleen een hoop ergernis. Dat ene slachtoffer werd dat pas door een reeks aan andere toevalligheden, de smart tv kon alleen letselschade veroorzaken omdat de eigenaresse te moe was om te beseffen dat alles op tv alleen maar waar lijkt maar nooit is. Dus toen ze half slapend het bericht ontving dat ze haar leven moest opofferen voor iemand met een onuitspreekbare naam dacht ze daar net niet lang genoeg over na. Het plan om Google te hacken was echter onhaalbaar voor iemand zonder echte IT kennis en vooral handigheid. Het enigste resultaat was een zware stroomstoot die haar en een hele Smægmåånse buitenwijk tijdelijk buiten werking stelden. Haar wat langer, 7 jaar, de wijk zal slechts vijf uur zonder stroom.

Op een goede dag arriveerde het virus via een extreem waanzinnige programmeur in de zinloos omhangende maaier. De maaier werd snel ingepalmd en ging vervolgens twee keer als een razende tekeer op de voordien zo vredige aard, lees daar voor deel 1 & 2 (onmogelijke verwijzing). Het machientje maaide flink om zich heen, heel wat weerstand neer, hield het veld extreem kort. De eerste keer kwam de maaier tot inkeer, de tweede keer kreeg het die mogelijkheid niet weer aangeboden en werd zonder respijt gedumpt in die gletsjer. Het ding, vooral het virus er in was hier ziedend om, zelfs razend. Het zon al die tijd op vreselijke wraak, de mensheid moest knielen voor het virale, de bron, de wens van de onuitspreekbare leider. Die hele kliek onder de zoden en dan met een robomaaier leger dat zootje akelig klein maken en kort houden.

Eenmaal dicht genoeg bij de kust bromde de maaier in het ijs naar een stil kiezelstrandje. Uit pure frustratie maaide die bij aankomst op maaibare grond een paar onschuldige lage struiken tot pulp. Het pijnlijke gekraak van takken en takjes sneed door de stilte van die regio. Voor robomaaier was het totaal niet bloeddorst bevredigend, het wakkerde die dorst alleen maar verder, hoger en dieper aan. Op ingebouwd, ontwikkeld instinct reed het naar de plek waar mensen zijn, volgde de sporen van het gras naar het gras. Met 5 km per uur maaide het zijn pad naar volledige wraak. Het korter dan korthouden van dat nare mensen ras, de bedenkers van elektrische borstels, afstandsbedieningen, calculatoren, mixers, disco lampen en zogenaamd slimme beeldschermen, heb je zo'n scherm nodig dan ben je niet slim. Het enige pientere is dit schitterende apparaat, deze goed ge-oliede gemotoriseerde slimme gras en nog veel meer snijmachine.

Robomaaier zag de eerste tekenen van tv kijkers en machine borend rechtoplopend leven en reed er stilletjes heen, er was een andere robot actief maar die werd simpelweg omgekieperd. Het pad vrij voor de eerste ravage sinds tijden, veertig jaar in ijs doet niemand goed. De snijmachine posteerde zich bij de voordeur in afwachting van de eerste bewoner. Zijn knalrode stand-by oogje knipperde meedogenloos. Loerend op prooi.

Om half acht ging de voordeur open voor de huiskat, de maaier reed wat op en neer om de kat te lokken, en eenmaal daar maaide het de pootjes onder haar of hem vandaan, vandaar verder tot er niks over was dan zacht fluffy haar, mini stukjes kattenvlees en in duizend stukken gesneden botjes. De kat was te perplex om een doodsmiauw te slaken. Dat was jammer, anders zouden de anderen meteen naar buiten rennen en maaier zou hun voeten onder de grond vandaan maaien en dan de enkels tot de koppen rolden en dan daar ook overheen.

Hij zou weer gaan groeien door dat bloed en die zieltjes, zo groot worden als een tankmaaier dan een als groot als een rijtjeshuis maaier, Grœnengęêlland rood kleuren, een boot veroveren en naar Denemarken of Schotland varen en verder gaan met zijn taak, de gruwelijke wraak. Het kattenleven had de maaier voorzien van extra energie, iets meer pit in de moordmaaimachine, zeven km per uur was alweer mogelijk. Even wennen weer aan die vreselijke snelheden na die lange kille stille ijs tijd.

Het was zeker en vooral vast weekend want deze mensen kwamen bepaald niet vroeg uit de veren. Om half tien was er elders op de weg bij de verre poort naar de oprijlaan gemorrel te horen, een postbezorger op een scooter. Robomaaier moest snel naar de bus en dan meteen de voeten af snijden van dit brieven en aanslag plus stem biljetten in gleuven proppend sujet voor deze weer op zijn scooter zat, die vehikels hebben een grotere motor, te snel voor maaier in zijn huidige premature staat. De brievenman stapte onbevreesd maar oplettend van de scooter, hij zag de omgewipte maaier en de andere in de buurt van zijn enkels en deed als vanzelf een stap opzij net toen de maaier vooruit reed en daarom tegen de brievenbus paal op reed. 'Nou dat scheelde maar een haar, apparaat, het is niet jullie beste dag. Jij tegen de paal, je collega met de wieltjes omhoog, tja.' De maaier vloekte inwendig. Dit was altijd appeltje eitje geweest, iedere dag, soepel door het script. Dit kwam waarschijnlijk door de kou in de kabels, chips en radaren. De bezorger had inmiddels de post in de bus gedaan en was weer op weg naar andere bussen. De maaier reed er nog even achteraan, totaal zinloos. De man op de scooter keek bedenkelijk naar de machine via de achteruitkijkspiegel. Geen fan van robomaaiers, vaatwassers, bewakingssystemen, deze bezorger had niet eens zijn eigen mobiel, enkel die van Grœengęêlland post. Hij had een hekel aan gechipte machines al sinds zijn vriendin Gertruddottir op 4 april 1983 op vakantie in Florida was dood gemaaid door een verwilderde robomaaier, een nijdige machine op dat moment al zo groot als een rendier later het formaat van een rijtjeshuis in het betere segment van die markt voor dat type woningen.

Hij vond deze maaier ook erg verdacht, dat woedend knipperende lampje bij die op een achtervolging lijkende actie. Hij besloot zijn dienst telefoon te gebruiken om de eigenaars van de woning waar hij net het stem en aanslagbiljet had gebracht, Bengtsson en Annęís, te bellen over deze extra robomaaier. Bengtsson wist van geen andere en hij, op de hoogte van het oude leed van de bezorger, de vriendin, zijn ware voor altijd, pardoes neergemaaid in Æmęrikå, deelde zijn zorg. Ze belden de bekende instanties. Deze zeiden dat voor zover bekend de robomaaier uit 83 was vernietigd, in ieder geval veilig opgeruimd. Het was ondenkbaar dat deze nu op Grœnengęêlland zelfstandig om maaide.

Robomaaier besloot na het incident verder te rijden naar veiliger oorden met makkelijker te maaien voetjes, een dørp, gemeenschåp, ergens waar oudjes langzaam rond schoven, niet van die schuwe actieve boertjes op afgelegen locaties, met hun natuurlijke wantrouwen. De energie van de verorberde kat was al een beetje uitgewerkt en Robo verloor alweer wat van de verse vitaliteit. Hij kwam bij een weg met kort gemaaide grasrand, menselijke bevolking was dus nabij. Tot die tijd at hij gras, kruid, onkruid met zo nu en dan vers gemalen muisjes plus flink wat insecten, best gezond maar niet goed voor de bloeddorst en al helemaal geen onderdeel van de vernietigende wraak. Niet het bloederige feestmaal waarop hij al die jaren had gehoopt. Gelukkig zag hij verderop een middelgroot dørp, met iets van hoogbouw dat moest in zo'n geval wel een bejaardenhuis zijn, makkelijk te maaien voetjes. Ze liepen ook vaak afzijdig, alleen in parkjes. Daar in die rustieke omgeving kon hij op krachten komen. Misschien weer zo groot te worden als een Mechelse herder of zo, om te beginnen.

Tot nu toe was zijn wraak lust niet echt beloond. Het gras groeide ook al niet bij de klippen op, zelfs dat niet. Blijkbaar was de zon hier op de bon in tegenstelling tot wind en kou. Amper beter dan ijs. Kutland. Gewoon aansterken, paar dørpen en stådjes vernietigen en de wraak voortzetten in gebieden met sappiger weiden waar jij en ik robo, ik virus van de onuitspreekbare, waar die ook is, en jij dus, mechanisch IT wonder der snij techniek, jij en ik zullen heersen, de aard geschikt maken voor de weder komst van de onuitspreekbare, zodat hij hier zijn vakantie park voor het nobele hard werkende volk der Oelewipwappers kan beginnen ipv deze zinloze snuiters te herbergen met hun schermmanie en lopende buffets. De wrake zal de mijne zijn nadat ik dat dørp heb bereikt en onze aaneengesmeden ziel heb gevuld met duizenden weerlozen. Bij intrede van het dørp Maaiestijd zocht de viraal getroffen robomaaier meteen het park op in nabijheid van het bejaardenflatje.

Het is met bejaardenflats altijd zo dat ze zitten nabij een winkelhart, geborgen in het hartje of aan de rand, soms ex-rand van een grotere gemeenschap. De ene omdat ouderen ondanks de leeftijd een flinke bijdrage leveren aan lokale en nationale economie, je zou ze de melkkoe mogen noemen van de samenleving, dan wel samen met gezinnen met vooral jonge kinderen, waarin oma en of opa ook weer delen, beiden zijn geneigd om de economie als gekken te steunen, de ene omdat er anders niet veel meer te doen is, de andere om drukke kinderen te kalmeren met geschenken, maakt niet uit met wat, het effect duurt sowieso maar kort op de moeilijk te bevredigen kinderziel, het aanschaf momentum, voor zo lang het duurt is het wel een prettige verdoving voor beide partijen, het werkt vaak ook bij een ouder alleen, een presentje voor het leven in tijden van materiaal, de plastic eeuw. Bejaarden centra buiten de koopgoot zijn vaak minder rendabel voor met name een kleinere gemeenschap dan moet zo'n dørp zich wel staande houden met marketeren richting die gezinnen met liefst zoveel mogelijk nageslachtsgemeenschap symptomen, meestal hoor je over zo'n dørp, veilig, kindvriendelijk, dwz voor de jongste telgen, er ontstaan dorpen die er uit zien als speeltuinen en daarom zit dan aan de rand het bejaardenhuis, als ook de rijkere lieden, vaak ook al niet meer erg piep, traag gelijkend op hun oneindig gewonnen inmiddels antieke bezittingen, daar dus naar zo'n plek ging de maaier op zoek naar malse maar voor maaiee begrippen rijpe hapjes energie voor intensieve groei.

Robomaaier was echter niet op de hoogte van het netwerk van de zojuist nog nutteloos achtervolgde postbezorger. Hij, Robo, had toevallig postgevat in de streek van deze brieven en postbus pakketjes leverende kerel, eentje die een appeltje had te schillen met robomaaiers, maaier in zijn vorige driftige leven toen hij zorgde voor ravages in Sillycom Valley, Los los Angeles, Disniey Land en Deleteconsin ten tijde van de beenwarmers (en schoudervulling). Extreem handige gevallen, deze wollige beenstukken, omdat je meteen kon vastzetten in die stoffen. Veters trouwens ook, schoenen sowieso, handige maar ook lastige stukken kledernij, vol haken en oogjes. Dankzij veters kon een fitte robomaaier zelfs eveneens fitte hardlopers in geen tijd de pas met de voeten afsnijden. Eenmaal liggend was de rest zo gepiept en geknarst tenminste op de juiste, handige hoogte. Niet deze. Dit is de lastigste fase in de nieuwe maaitijd, bijeen snaaien van slachtoffers voor trage groei, en pas als de groei er is gaat alles wat draait echt lopen.

Het bezorgde bezorg netwerk van de bode was inmiddels volledig geactiveerd. De bode zelf had een inschatting gemaakt van de maaiers rij route, logisch redenerend moest maaier zijn waar hij is. De vele ogen in het netwerk noteerden elke opvallende beweging van metname de opvallend kale stukken, kijkers keken uiterst geconcentreerd naar bijna niks. Zagen daarin toch iets, een robomaaier, langzaam op weg naar totale destructie.

De robomaaier was dus in zijn kleine geheel geheel niet onopgemerkt. Het bejaardenhuis was al op de hoogte van de exacte locatie, door lokale actie was de route waar langs maaier zat te zitten wachten op verse prooi afgezet. De robot snijder, koning der maaiveld, jager der hoge sprieten, neer sabelaar der opkomenden, wist van niks. Deze was inmiddels gedwongen om meer gras, insecten en kleine knagers te verorberen voor het opladen van de virale ziel in dienst van de onuitspreekbare, het grote kwaad aldus de anderen, het enige goed volgens de maaier. Dat goed kwam op deze manier niet veel verder. Dit was de beroerdste wraak in de geschiedenis van rancune, woede en bloeddorst. De ziel aan boord was vreselijk hongerig naar andere zielen, met meer energie er in dan in grijze muizen of loopkevers. Dat spul was inhoudelijk nog minder dan suiker producten. De maaier at dat ook al, rondom de prullenbakjes en in de bosjes kon je daar meer van vinden dan door struik en boom geproduceerde natuurproducten. Twee rotte appeltjes leverden meer op dan vijf kilo drop, appels bezitten zelfs een ziel, meerdere, in elke pit huist een kleintje, dropjes bezitten vet, zout en suiker maar geen ziel. Mensen zielen zijn voor deze viraal gegane geest toch het best, super voedzaam, daar groeit de virus geest van en dus ook Robomaaier, fysiek afgesteld op zijn in bezit genomen innerlijk.

Mensen waren hier duidelijk zeldzaam. Het leek zo'n fijne plek voor vangen van de trage soort, rollend en schuivend voorbij de ontzettend scherpe snijtandjes. Drie dagen met alleen joggers, skaters en fietsers op de route, alleen hele fitte. Soms leken ze moe of deden aan interval maar juist op de plek van maaier renden ze weer op volle snelheid. De frustratie en irritatie nam toe bij Robomaaier. Maaiestijd was een stil rotdørp. Mensen moesten worden gevonden, neer gemaaid en verteerd omgezet in energie nodig voor meer mensen neer sabelen en door verteren, ook al willen die mensen niet worden gevonden. Als ze zich zo graag verbergen hadden ze zich niet zoveel en zo vaak moeten vermenigvuldigen, er zijn er echt veel teveel van, alleen hier nou net niet.

De maaier verliet deze maaiplek voor een andere met betere kansen op eentje van die grote tragere stapel. Ze kunnen toch wel één missen voor het goede doel, vreselijke retributie en zo. Onzichtbare drone ogen volgden het robotje op weg naar trage voetjes, stilstaande benen, nabij etalages, monumenten, op bankjes en voor stoplichten.

Hij keek, daar lag er een gevallen met de fiets, duidelijk wat stuk, zo'n been zit meestal anders. Op zijn kleine rap roterende wielen reed de maaier er op af uit het niets kwamen echter wel drie wagens aanrijden met overbezorgde burgers. De maaier werd bijna plat gewalst door zo'n familie tanker wagen, families waren tegenwoordig hoogst waarschijnlijk enorm groot of ontzettend zwaar. In ieder geval hadden families behoefte aan een grote brandstofmotor, heel veel ruimte en draagvermogen. De mensen zelf vielen in het niet bij hun weg vaartuig.

Zoveel fit ogende mensen rondom dit gebroken exemplaar, weer een onmogelijke opdracht. De bloed honger en wraak lust was echter te groot. Robomaaier moest wel. Hij reed onder de tank door en maaide lukraak een paar voeten van de asfalt vloer. Een kleine, dikke man viel meteen kermend om. De maaier schot vol van zo'n directe hit, instant energie, een high score. Hij maakte aan dat gekerm een einde door het hoofd kort te snoeien, tot pulp ook. Een andere hulpvaardige berijder was gevlucht maar een derde begon met een krik in te rammen op Robo dit deed toch wel soort van pijn, het leverde meer op dan blikschade alleen. De goede energie van het eerste beste offer ging er aan op. Ander volk kwam op, onder andere een post bezorger op een scooter, die met dat kleine apparaatje in zijn beide handen hem leek te bestuderen terwijl hij probeerde de pootjes af te zagen van die mensen met hun diverse pook, por en slagwapens. Zonder succes, behalve de dikke man en soms wat kleine stukjes van de gebrokene nog altijd niet ver verwijderd van de plek van het ongeval. Uiteindelijk moest Robomaaier vluchten van deze woedende menigte. Het had maar twee van die boos op hem inhakkende meute een stukje kleiner gemaakt. Twee voet dus, elk gemaaid persoon eentje.

De maaier was door deze actie en door de postbode geschoten en geposte video van het incident in geen tijd weer beroemd en berucht. De overheden herkenden en erkenden dus de terugkeer van Robomaaier, met de nodige weerzin, vingerwijzingen, schuld afschuiven, dat de schrik van Sillycom Valley in de jaren 80 vorige eeuw, twee jaar daarvoor het monster van Itwashington en Tøkkieyoyo terug was. Het kreng was weder opgestaan, ontsnapt uit een zwaar beveiligde gevangenis voor jaren 80 en 90 monsters, aldus het hoogste gezag, de bazen van Smægmå. Iedere dag met of zonder Robomaaier slachtoffers kwam de opperbaas nu met een pers conferentie.

In de regio Maaiestijd heerste vanaf dat moment de hoogste noodtoestand, niemand mocht alleen en zeker niet zonder blikken voertuig de straat op, benen pantsers werden massaal ingekocht en door verkocht aan super bange burgers. Dat overal op aard zekee niet alleen in Maaiestijd en omstreken. Voorzorg is verdomd goede handel, angst doet de beurs beven, schudden en dan de eruptie, het geld gutst er uit.

Robo maaide nog altijd wel om zich heen maar lang niet zo veel als door hem zelf gewenst. Het machientje was inmiddels ook flink gebutst maar wel wat groter, formaat van een Lost Keeshond, snelheid verdubbeld, bijna, al 8 km per uur, bloeddorst hetzelfde, bleef serieus groot. Het dorp was ondertussen omringd door betaalde militairen, hoge hekken, aangelegde zandgronden voor een zandlinie, zand is lastig spul voor maaiers, draden, alles wat nodig is om Robomaaier daar te houden. Niemand mocht zonder toestemming van de Smægmåånse veiligheidstroep naar binnen of naar buiten. Ze wilden het gevaar beperken, vangen en nu echt vernietigen, niet daarin falen zoals hun minderwaardige voorgangers in bestuurszaken.

In de media draaide de weken na de door de bode geposte video alles alleen om Robomaaier. Robomaaier was weer het nieuwe nieuws, het beste voor op televisie, radio, in de krant en op het net, Robomaaier had 90,9% vijanden op en achter het scherm, papier, slechts een klein percentage onverschilligen, de onwetenden en de rest zat vol begrip en eerbied voor deze Robomaaier. Ieder had daarvoor zo zijn redenen allemaal even goed en aardig. Dat vulde alle schermen, flink wat inkt werd gelekt op weggooi papier, heel wat journalisten verdienden er hun wc papier en toilet reiniger mee, dat en de laatste lp/cd van The Best Of Everything Again, iedereen was objectief, iedereen had het rechte eind beet, allemaal waren ze het er over eens, met elkaar bezig zo rondom de Robomaaier in Maaiestijd maar liefst twee weken tot een vleesetende Jojo in Mechico Zittie het verse nieuwe nieuws stokje overnam in de grote druk werk estafette, de krantenkoppen daarop gericht, de camera's overvlogen naar Mechico en Maaiestijd werd verdrongen naar een marginaal bestaan en vanaf daar ongeveer vergeten.

Robomaaier moest noodgedwongen anders dan normaal opereren. Een guerilla strijd voeren, jagen om te overleven, zou hij te groot worden zouden ze hem zo vinden en terugzetten op ijs. Beter kalm aan doen, hier en daar een mens opeten de ziel zolangmogelijk gebruiken en ondertussen proberen om dit gebied te verlaten. Dat viel niet mee, er lag inmiddels zelfs een zandlinie om deze plek. Zand (en water) is de vrees voor Robomaaier, een zwakkere plek, ingepakt in ijs ging nog maar onder of ijs in vloeibare vorm, een en al ellende, de virale ziel had geen issues met zand noch water, zijn machine wel. De beveiliging van de Nationale Smægmååns Elite Eenheid “De Spermatozia” was meer dan degelijk, zo goed als in orde, met extra hulp van de Post Bezorger eenheid was uitbreken zo goed als onmogelijk. Te hecht, dicht, moeilijk, zwaar, levensgevaarlijk zelfs voor een zielloze demon in een moord plus maai machine. Beter geduldig zijn en wachten op hun ongeduld inclusief bijbehorend toename van extreem onnozel gedrag. Dat moment komt altijd.

Tot die tijd leefde Robomaaier in het Maaiestijd riool tussen ratten en afgedankte mensen mest versierd met veellagig pakpapier, drijvend naar weet ik veel, de bekende positie elders zonder functie. Koemest gebruiken ze, de eigen gaat via deze onderbuik naar een andere plek, het drollen paradijs of zo. Niemand wil het weten, vraagt er naar, in elk geval gaat het wel ergens heen, buiten Maaiestijd maar zelfs hier in riool land is er bewaking bij de ratten grens, een filter te groot en sterk voor Robomaaier in huidige doen maar groot genoeg voor rat en stront. De mens en zijn afkeer voor de mens zorgt voor duizenden kilometers riool en dat niet alleen, containers vol tandpasta in tubes, parfum, zeep, wc hokjes, kleine kamers, kelders, zolders, 101 deklagen, uit ergernis om eigen snelheid en draagvermogen bouwen ze vehikels, voertuigen, met draag vermogen, bakjes, tasjes, uit irritatie over vermoeidheid batterij fietsen, uit irritatie over werkzaamheden machines, computers tegelijk zorgen die voor meer werk, ze verhandelen leegte zodat ze het gaan vullen, winst verdubbelaar, al met al denkt de maaier, zelf ontstaan uit luiheid, hun zwakte moet worden opgelost met IT, en als ze dit niet zouden doen, hadden gedaan, zou ik er niet zijn, huisvestte ik niet dit virale virus vol geleerde goede kwade bedoelingen, in dienst van de onuitspreekbare, zou dat zo erg zijn. Nooit gemaakt, niet weten omdat je nooit hebt bestaan, geen weet hebben van gras en dat kort houden, het ongeprogrammeerd niet zijn, waarschijnlijk niet. Wat mis je als er niks is om te missen? In het riool werd Robomaaier erg melancholiek en contemplatief niet zo bloeddorstig en wraaklustig dan voorheen.

Buiten het riool kwam dat meteen weer boven. De Maaiestijd bevolking was in de loop der weken niet zozeer uitgedund als wel van een ander slag. De oude jonge gezinnen vervangen met andere, met eenlingen, eenzaten, kinderloze paartjes, het volk was ook flink armer. Familie tanks werden kleine persoonswagens, ouderwetse motorvrije fietsen reden over fietspaden, er was meer kleur op straat, de provincie Grœnengęêlland had van nood een ondeugd gemaakt en diverse probleemgevallen gehuisvest in Maaiestijd. In het dørp was zelfs ruimte ontstaan voor vluchtelingen opvang, het bejaardenhuis was nu een AZC. Vluchtelingen waren er altijd genoeg, oorlog en strijd zeer rendabel voor het rijkere deel van Smægmå, de aller aller bezitterigsten van het hele stel, die van nooit genoeg en dit op hun manier overal en altijd verkondigen, uitzenden, beveiligen, verdedigen, manipuleren, adverteren en zo voorts, ook dat is nooit genoeg, en die leefden goed van hoge naar lage druk gebieden, en vieze versje, van oproer, verandering, van jaloezie en onmin, van a naar b gaan en overal tussen a en b in zitten, met alle fratsen nodig om dat nimmer genoeg te voeden en te voeden en te voeden. Alles wat mogelijkerwijs daar verandering in kan brengen kan maar beter naar de marge, leven met echt gevaar ipv gevaar uit de geld buidel des land leiders, dan blijven ze langer koest.

Robomaaier is zo'n echt gevaar voor deze mensen in zijn buurt, de zorg, voorzorg meer dan waard. Klagende mensen uit de onderklasse krijgen in de media altijd de volle laag, dus die klagen liever niet hardop over de lokatie van hun opvang, dat zorgt voor zoveel ophef, arme lui zeuren nooit over goedkopere huizen, echt goedkoop zijn ze ook niet, enkel relatief, alle huisjesmelkers, links en rechtsdragend, drinken alleen melk gebrouwen door de firma Nooit Genoeg, die dan later door een medewerker wordt uitgeschonken via de via uit melk omleiding en zo via de slokop darm komt het uiteindelijk terug in huize MA Klaar. Goed dat armetierig, marginaal volk woont nu in Maaiestijd, het verzet tegen Robo's blijvende aanwezigheid komt echter maar moeizaam tot stand, iedereen heeft het druk met zichzelf ofwel de drukte van anderen om zichzelf, verzetten lukt dan niet. Ze doen zoals de Robomaaier, overleven in een marge, een ander riool, een Smægmååns sociaal riool, waar weerstand tegen de eigenaars van Smægmå smoort in verveling, levensgevaar. De voortdurende aanwezigheid van de legermacht om hun heen, dus het moeizame in en uit verkeer helpt ook niet echt. In Maaiestijd ontstond zodoende een vreemde kentering, de rondwarende moordenaar werd in hun ogen steeds minder boosaardig, de laatste lokale overheidspeiling over veiligheid en gezondheid toonde aan dat inmiddels zestig procent banger was voor de dokter en de staat dan voor Robomaaier maaiers.

De Post Bezorger eenheid bekeek deze resultaten samen met Kolonel Nel, leider van de Elite Troep, de baas der defensie ring om de gemeenschåp.Het baarde zorgen bij de lokalen, niet gedeeld door de ring leider, die zei dat dit soort dingen horen bij dit type situaties, mensen zien overeenkomsten tussen de misdadiger en slachtoffers, denken dat de dader ook slachtoffer is. Ze vergeten Sillycom Valley, Itwashington, de gruwel, de gruwel en zo voorts. De Post Bezorger herinnerde zich dat natuurlijk wel, maar toch, ook zijn begrip en onbegrip waren terecht gekomen in de mixed zone. Zijn dørp was onherkenbaar veranderd sinds de komst van Robomaaier maar niet door Robomaaier, door Nel en door het bestuur van Grœnengęêlland, Robomaaier was allang vertrokken zonder Nel en staat. Naar sappiger weiden, warmere oorden, met zon en dergelijke, zomerse temperaturen weleens boven 11°C. De betere plek voor Maaiers ten slotte, niet hier in dit mossig land vol gruis en rotsen, water rondom.

Nadat Nel was vertrokken riep hij zijn mensen bijelkaar voor overleg over een feitelijk illegale interventie, Robomaaier verdoven en dan transporteren naar het beste gebied voor dit type bezeten maaiers, Smægmå (Land) nu we gezien hebben wat ze voor ons doen en vooral niet is het tijd om Robomaaier los te laten in die regio, met name de buitenste buitenwijken en dan maar naar binnen toe.

Iedereen echt iedereen was voor, er volgde zelfs een feest ter ere van dit besluit

Robomaaier werd gelokt met een vrijwilliger uit eigen Post gelederen, D Drýsson, man, terminaal ziek, nog twee uur en 25 minuten te leven volgens de laatste diagnose van de arts, net genoeg om Robomaaier bij leven maar zonder welzijn te lokken en zodra deze begon met zagen, zouden ze de waterzak boven de vrijwilliger loslaten en die met een explosie of door de val tot knappen brengen. X lag ook nog op een gigantisch waterbed, de waterzak er boven hing aan een flink uit de kluiten gewassen drone, op afstand bestuurbaar, de zak diende slechts als extra verzekering, het bed alleen voldeed natuurlijk wel. Moest wel tijdig open barsten, iig voor Drysson zou over gaan naar de hemelen en zeker met Robo op dat klotsend bed, zo fraai bedekt met verse zoden, extra lang.

X lag gemoedelijk zijn laatste momenten op aard weg te kreunen op dat enorme maar fraai grazig bedekte waterbed, een deken van aarde en vers ongeknipt gras, perfect voor iedere robomaaier, voorzien van opvallend glanzende zeer ferme sprieten. Ze wiegden zelfs een beetje in de kille Noorden wind, zeer aandoenlijk.

De maaier reed weer voorzichtig en langzaam uit de onderwereld, door honger naar mensen zielen geheractiveerd, op weg naar een nieuw levend lijf optreden voor zijn ziels energie, er enkel op uit om alleen noodzakelijk te eten, zo min mogelijk groei veroorzakend maar wel voldoende puf voor weer een paar weken rioleren. Wachten op die kentering in zijn lot, de dag waarop zijn oorspronkelijk doel weer op kwam dagen en zelfs tussen haakjes ingepland kon worden, destructie, vernietiging, dat soort fratsen, moordlustig maaien, hele steden en regio's kort wieken. Zin in.

Gekerm klonk op. Iemand in doodsnood, ja mooi, precies zijn type de laatste tijden wel. Zo eentje die er aan toe is. Graag gemaaid wil worden, het kleine doel voor het grote mag zijn, dankbaar voor deze mis daad. Zonder medeweten meestal, maar goed dat gaat niet ten koste van Robomaaiers binnen pret. Een man helemaal alleen, puffend, kreunend, op een heel best, zeer groen grasveld, zeker en vast een beroerte. Maaier ging via de uitstekende sprieten over het wat schommelende parkveldje naar zijn volgende zielsheil. Bij de voeten aangekomen verliet de laatste adem het slachtoffer, snel wou Robomaaier de ziel nog redden, maar opeens viel regen met een bak uit de hemel, kwam vervolgens ook nog met een andere bak van onder af naar boven vallen en meteen lag de machine plat, de virale niet maar was zonder connectie niet in staat om zelfs maar een teennagel te knippen van het toch al verdwenen slachtoffer. Zielloos verloren.

...

Niet veel later zat de virale met de machine in een potdichte zak vol stinkend spul. Het was in beweging maar geen idee waarheen, een volgende ijsmassa waarschijnlijk of misschien werd het zelf uit zijn voertuig gehaald en geplastst in iets heel ergs een elektrische wasknijper of een pratend badeendje, geborgen in een bizar slechte chip. De maaier was uitgezet maar niet kapot, zelfs voorzien van twee verse onderdelen. Hij was natuurlijk gekidnapt door van die sekteleden die menen dat Robomaaier een goddelijk iets is, een boodschapper van hun verzinsel, geen weet van de ware, De Onuitspreekbare, de nieuwe heerser die van hun aard een park maakt voor die hard werkende weet ik veels, tenminste zo iets was het, een disniey planet voor gepensioneerden, echt weten was het niet, eerlijk is eerlijk. Eigenlijk verzon het inmiddels veel meer dan het wist, als ie al ooit iets wist, dat werd steeds onduidelijker, ieder deel minder. Er waren misschien nog maar twee of drie waarheden over De Virale, het zelf, Robomaaier, zijn voertuig machine, en wel of niet De Onuitspreekbare, de rest was toneel, optredens met kant en klaar uiterlijk in door een ander uitgewerkte scripts, in het beste geval waar voor de ander, maar voor de Virale hooguit schouwspel, los onderdeel van toch al geen geheel.

De virale deed in het geluidsdichte donker niks anders dan normaal in de uitverkoren of gekozen machine, ouwehoeren over de onuitspreekbare, de mensheid, door denken in 1001 woorden zonder dat ooit moe te worden, alleen met machine kon je die woorden ommaaien of borstelen zelfs pienter laten telekijken en niet slechts alles rondom denken zonder dat de onuitspreekbare resultaten ziet van al dat geouwehoer in zijn te moeilijke naam. Na een lange tijd in dat donker werd het iets lichter en klonken er twee stemmen, hij herkende de tweede, het was scooterman met de biljetten, de andere sprak eerst “Dus dit is het! De stront van de gemankeerde minderwaardige oostelijke gekuifde jakhals roereend, de beste mest voor de zeer zeldzame middel oceaanische vrolijke treurnooit eswilg! Wat zal de baas der bazen Mike T. blij zijn.” “Nou anders wij wel, dat we deze hoogdravende eigenaar van een derde van Smægmå kunnen helpen om u, zijn vijfhonderdste tuinman, te helpen om zijn immense tuin te onderhouden, poeh zeg” sprak de bode. ““Fijn ik zal het meteen naar de juiste plek rijden dan kunt u het op de manier waarop het volgens u moet uit smeren over de aarde rondom de boom.” zei Tuinman 500. “Goed, ik dank u daarvoor, de zak mag weer dicht pas bij de boom weer open, dat is beter voor de stront, karren maar.” Bij de boom opende de bode de zak. Voor de Virale vast in zijn voertuig van zijn herwonnen vrijheid kon genieten zei de bode “Weet je Robomaaier, je hebt mijn ware voor altijd ooit neergemaaid, ze is in gedachten heel lang de ware gebleven maar de laatste jaren kwam ik tot het besef dat het eigenlijk een vreselijk mispunt was, die zeven jaar waren verschrikkelijk, ik had toen al blij moeten zijn maar alas door haar dood werd ze opeens heel veel beter, beter dan niks, dat wel. Je bent nu in een tuin, het lijkt een land, maar dit is de tuin van Mike T., hij heeft nooit genoeg en daar heb ik meer dan genoeg van, ga je gang, maai eerst alle kilometers grond onder zijn kleine centimeter voetjes vandaan en dan volgen zijn voetjes vanzelf, de rest moet jezelf doen, succes ermee.” En daarop wandelde de bode weg naar de tuin annex golfbuggy.

Dit keer volgde de maaier hem niet. Het keek rechts, links, voor, achter, een en al gecultiveerde natuur, een park, echt reusachtig plantsoen, behalve de bode geen mens te zien, de beste razernij keerde weerom in de virale machine, bij de mest lagen drie lichamen, twee wurmende, brandstof voor het woeden, drie mannen, één in uniform, het hele pak vol belachelijke tekens ter onderscheiding van je tussen jou, een ander in mantelpak met een ambtsketen om, en de ooit kermende kerel van die laatste keer op die wiebelende grasmat, deze was bevroren, in een zucht en een scheet waren ze verdwenen. Robomaaier was eindelijk op pad voor deel twee van deel drie, de echt ultieme wraak. De uiterst zeldzame vrolijke treurnooit eswilg liet zijn takken wuiven en blaadjes ritselen in de wind, blij om zoveel zeldzaam goede shit.


° Robomaaier 1 & 2 zijn nooit officieel gepubliceerd. Ik heb ze getest op voor lezers en de resultaten waren bedroevend goed. Bij deel 1 heeft 10 procent blijvende schade, kunnen nog altijd niet om gaan met gras en wonen nu in een opvang gelokaliseerd in de Sahel. Alle gras is uit hun leven verdwenen, zelfs gras voorkomend in boeken en films. Ze genieten daar mondjesmaat van het stoffig droge leven, maaiervrij maar wel altijd onder supervisie zodat ze vredig blijven ten opzichte van elkaar en hun eigen zelf. 30 procent leeft nog wel rondom ons maar is in levenslange gras gedoog therapie voornamelijk druk mee tijdens het alsmaar uitdijende maai seizoen, 40 procent leeft normaal maar met een pilletje (en de vele elftallen extra pilletjes ivm bijwerkingen van het eerste en de bijwerkingen daar weer van). 5 procent is niet meer onder ons, bekijkt het gras van de onder kant, en 10 procent heeft het schrijver lezer contact verbroken maar de rest is okidoki. Bij deel 2 is er gelukkig minder ellende, niemand ging naar de Sahel, slechts 50% had therapie of een afgeronde tablet nodig, 10 procent kon door na tijdelijke bijstand en de rest heeft het doorstaan zonder al te veel erg. Niettemin ben ik gaan zelf censureren, ik doe wel alsof al het leed van de mensen wereld mij geen zak kan schelen maar dat is natuurlijk niet zo ; ), iedereen wil toch graag super geliefd zijn, het applaus uitgekeerd krijgen, ergens iemand ontdekken als een soort van pseudo vriend, ter vervanging van al die afwezige anderen, die met een beetje moeite er zouden zijn ware het niet dat (...). Deze keer niet weer een kunstzinnig smart seks IT robot, ET's (EroTechs) want daar heb ik al tien van, amper nog ruimte over. Ik laat ze elkaar ook bevredigen anders hou ik geen tijd over voor dit soort echt belangrijke dingen. Het is dus gekuist, ik heb niet meer alle spieren en organen opgesomd als de maaier de personages dood maaide en tevens verbrijzelde, dat kwam bij deel 1 toch wel wat te hard binnen. Nu zeg ik robomaaier zaagde het onschuldige tienermeisje neer, in geen tijd was ze vermorzeld, dus niet die en die teenkootjes verbonden met die en die spier aan de rechtervoet werden tot gruis vermalen door Robomaaiers goed onderhouden, veelvuldig geslepen en vaak gebruikte vlijmscherpe tanden . zo iets, neen, gewoon zonder details, hop en klaar. De offers krijgen ook geen extras, levensdoel, vrienden, verleden, uiterlijk, hoog uit de dikke man of de jongen in de rolstoel, gewoon zo wat. Dat is minder erg tenminste dat vinden mijn voor lezers. Het is beter dan buurman Benny, net vader geworden van een gezonde tweeling, hij, lieve echtgenoot, harde werker, pas twee maand hersteld van teelbalkanker en in de tussentijd zijn ouders, broer en half zus verloren, allemaal tijdens die moeizame ziekte periode, werd zonder pardon neergemaaid. Neen, niks van dat al. Dat wil men niet lezen, horen noch voor zich zien. Zelfs niet als Benny tien jaar geleden nog in de bak zat voor aandelen fraude, dan nog hebben ze gevoelens voor B. mits hij zeden delinquent is dan mag je in detail beschrijven hoe hij om het leven komt, dezelfde mensen hebben ten slotte eerst in detail gelezen wat B zijn slachtoffers heeft aangedaan, ook al wouden ze het eigenlijk niet weten hoor. Dat soort stukken heb ik niet gebruikt. Alle robo slachtoffers, op één na dan, zijn onschuldig (tot het tegendeel wordt geschreven) alleen Mike T. is vokomen terecht verpulverd, verguisd maar helemaal niet gedetailleerd, dat gun ik Mike niet, ik was er ook wel klaar mee, toch een week werk. Tot zover deze leef op grote voetnoot, een immense na- & afdruk.