Van Voorbijgaande Aard kolomstukje

Ik weet nog toen het anders was dat ik op dagen zonder inspiratie naar buiten ging met mijn vinger in de grond inspiratie aanboorde dat ik mezelf kon opladen alleen al door te denken aan batterijen ik nooit stil zat zonder ergens naar toe te willen gaan omdat ik zeker wist dat het daar beter was dan daar op die plakkerige zetel ik met halve woorden heel ver kwam soms verder dan met een hele regel aan halve woorden op een ordentelijke rij mensen zeiden niemand zegt zoveel met zo weinig afgemaakte woorden dat men enkel met een blik al wist dat ze te maken hadden met een zelfverzekerd individu zonder aanvullende voorwaarden gewoon door de manier waarop ik stond met de benen iets uit elkaar en een rechte rug zou je die rug controleren met een waterpas dan zou het bel- letje precies in het midden zitten en mijn voeten stonden allebei stevig op de grond alsof ze nooit ergens anders op hadden gestaan zo'n soort standvastig type was ik toen maar nu raak ik wel eens los van de grond en beweeg als een zwerm spreeuwen losjes in het luchtruim een beetje doelloos maar wel samenhangend omdat samen hang zo belangrijk is anders zou ik dat zo niet doen maar individueel opstijgen los van mensen op mij gelijkend en zou vliegen alsof ik geen deeltje ben van dat veld vol van elkaar vervreemde vogels dat zou ik dan doen maar dat doe ik niet omdat ik vind dat ook een individu zoals ik deel uitmaakt van een geheel echt waar zo ben ik altijd iedere dag geweest op die ene week na toen in de buurt van die grote stad met die hoge torens ik even dacht dat ik net zo goed mezelf was zonder dat grotere geheel van gelijkvormige lui met gelijkwaardige ideeën over het algemeen en het aparte later die week kwam ik er achter dat dit niet bij mij paste en dat ik liever deed zoals ik gewoonlijk doe als ik dan toch even los kwam van de grond en eerlijk is eerlijk dat was zelden tot nooit het geval daar kon ik en kan ik niet goed mee omgaan zoiets maakt alles onevenwichtig en ik ben meer te porren voor balans evenwicht tussen wat is en kan zijn niet is en nimmer zal zijn groot en klein als ook tussen de speakers links van mijn hoofd en rechts of als ik heel toevallig in de stoel zit tegenover mijn vaste plek juist andersom ik ben nou eenmaal zo van alles op een vaste plek in het leven maar juist dat soort dingen zijn de laatste tijd niet meer zoals ze eertijds vaak wel waren ik merk op dat tafels stoelen banken en kasten nog maar zelden op dezelfde plek staan voor ik naar bed ga en na opstaan er zijn zelfs dagen dat ik niet eens wakker word op het bed waarop ik 's nachts insliep dan vraag ik me soms af waarom ik zo doorga dit is toch allemaal niet echt nodig vanochtend bijvoorbeeld deed ik mijn ogen open en ik zag dat het rechteroog de beelden toonde behorende bij het linker mijn linker oog zat verstopt onder het eigen ooglid maar met zicht op het rechter ooglid dat beeld is namelijk net wat minder scherp en dan baal ik toch wel een beetje want zoiets doet mij geen goed en je moet weten zoiets gebeurde vroeger nooit ik wist precies welk oog waar naar keek en welk neus gat wat rook en zo dat gaf ook houvast en mensen waardeerden mij ook omdat ik dat altijd zo deed nu kijken mensen weleens meewarig en dat is volgens mij niet terecht en dat wou ik eigenlijk zeggen dat het onterecht is om zo meewarig te doen