Crompouce review Een week na de verkiezing ben ik weer bij Marokkaanse bakker Marrakech. Vandaag een iets oudere vrouw die me helpt. Ze lacht altijd heel vriendelijk als ze me herkent. Ik vraag ‘r wat zij van de crompouce vindt. Ze zegt dat er wel honderd per dag verkocht worden. Zoete broodjes. Ze pakt er een voor me in en geeft me die cadeau, zo lief. Zelf houdt ze wel van zoet maar niet van room. Ik moet haar laten weten wat ik ervan vind.

De crompouce, een kruising van croissant met tompouce, met een jas van roze parelmoer. Normale croissants zien er ineens naakt uit. De eerste hap was als van een tompouce, best zaligmakend. Je moet er van houden. Maar elke volgende hap proef ik een vleugje extra Hollandse croissant. De kresant, de niet zo verse, gebakken laagjes kartonsmaak versie, van de originele croissant {kʀwasɑ̃}. De crompouce wordt snel veel van het goede. De room verzacht maar de overdosis glazuur gaat dwars door de glazuur van m’n tanden. Dat heet allebei glazuur! Nu een sugarrush. Ik heb getwijfeld over bladerdeeg. Dat blijf ik doen.

twien