twien

brokjes wereld

De hoer met het berengezicht Achter het raam zat de hoer met het immens grote gezicht, wat wat weg had van het gezicht van een beer. Ze had een fluoriserend roze bh aan die haar borsten extra accentueerden. Het was nog vroeg en er waren nog niet zoveel andere dames in de straat, waardoor ze meer kans had op klanten.

Aan de overkant, een verdieping hoger, zaten twee mensen koffie te drinken en uit het raam te kijken. De hoer met het berengezicht zag ze niet. Een ervan, een man met een spencertje aan, had een grijze lok. De ander was een vrouw die binnen haar dikke jas aanhield. Ze ging op de bank liggen, ze lag namelijk altijd liever dan dat ze zat. 'Staat je best aardig, zo'n grijze lok', zei de vrouw tegen de man. De man keek tevreden.

'De hoer met het berengezicht is niet bepaald aantrekkelijk', oordeelde de man met het spencertje. De vrouw zocht op haar telefoon naar een nieuwe lamp.

Er was deze ochtend nog maar weinig animo geweest voor hoeren met een berengezicht, maar plots was daar een klant. Een kwieke jongeman.

Na een minuut of tien ging het gordijntje weer open. De jongeman liep naar buiten maar was niet meer zo kwiek. Hij leek wat vervreemd van zichzelf. Elke knipper met zijn ogen moest hij fronsen. Het berengezicht van de hoer keek wat verward, haar haren flink door de war. Het leek eerder of de jongen háár een plezier had gedaan.

'Daar is op zich natuurlijk ook niks mis mee', besloot de man met het spencertje. De vrouw zocht op haar telefoon naar een kussentje.

twien, november 2020 & juli 2021

Carpet Right Op een industrieterrein voor de deur bij Carpet Right klemt een man zijn leesbril op zijn kale hoofd, de pootjes een centimeter boven zijn oren. Terwijl hij eens goed naar het lijstje kliklaminaten kijkt, klaagt hij van diep achter uit zijn keel, ik versta echt geen reet van wat ie zegt.

Als hij agressief onduidelijk wijzende bewegingen begint te maken, zijn er meer tatoeages op zijn arm te zien dan dat er op passen. Geen van de standaard tribalen past bij zijn volkse gezicht.

Naast hem staat een mooie vrouw nietszeggend te doen of het allemaal oké is en met haar ferme borsten is ze mijn gedachtes liefelijk aan het aaien dwarsdoor een goed verhullende zomerjurk.

Ik verlies ze uit het oog als ik te lang kijk naar een pleister op een elleboog van een bestuurder van een auto in een file en bedenk hoe hij zijn elleboog verwond zou kunnen hebben.

twien

Weetjes weet je wel Het is warm en zonnig in het park. In mijn hoofd een mannetje met een hamer vanwege gisternacht. Afgestompt denk ik na over nadenken zelf. Vergeten waarom ik daarmee begonnen ben. Heerlijk dom rondjes lopen tussen rododendrons.

Op het gras zitten jonge nonnen met blauwe hoofddoeken. Twee blanke mensen liggen licht te geven in de zon. Op een bankje voor een vijver in de schaduw van een beuk ga ik zitten en dan liggen.

Ik hoor veel vogels en iemand verderop probeert viool te spelen. Minuscule vliegjes vliegen bij mijn neus waardoor ik scheel kijk. Ze zijn net iets groter dan die je per ongeluk dood kan blazen. Ik denk aan de enorme variaties in formaat die er bij insecten zijn. Toch gestoord, insecten hebben zelf ook insecten. Een vlieg met een vliegje in zijn oog. Ik val in slaap.

Langzaam word ik wakker. Boven me een zee aan groene blaadjes. Hoe langer ik kijk, hoe meer groenen ik zie. Ze bewegen het zonlicht langzaam met de snelheid van het licht. En weerkaatsen het geluid van een briesje. Half wakker zijn is goed zoet zo.

Ik zoek een appel in mijn tas en vind een peer. Er stuitert een eekhoorn uit de boom. Over het gras golft zijn staart achter 'm aan richting de vijver. Eekhoorns worden intelligent genoemd vanwege hun geheugen om terug te vinden wat ze verstoppen. Waar zit bij dat beest eigenlijk de eek, of heeft ie geen hoorntje?

Licht en schaduw op de boom beginnen rimpels water in de vijver te imiteren. Intelligentie van bomen en planten bestaat ook, maar dat is lastig definiëren. Definiëren zoals mensen denken bomen niet. Wat?

In Chili leeft een plant die om andere bomen groeit en dan zijn gastheer imiteert. Z’n blaadjes gaan er hetzelfde uitzien, maar dat kan ie zelf niet zien.

Er is een larf in de zee die de juiste stek zoekt om als een zeeanemoon-achtige spons verder te leven. En dan eet hij zijn eigen hersenen op. Mensen noemen 'm de pijpzak.

Zoals de wereld om de zon, draait de aarde vast om planten. Ben ik slim genoeg om te weten hoe slim planten zijn? Al die weetjes weet je wel. Ik denk van niet.

twien
Weetjes over de intelligentie van planten hoorde ik in deze podcast.

Fascinatieman Ergens in een dood stuk Voorburg, vlak over de grens met Den Haag. M'n eerste prik. Vroeger zat hier een Opeldealer waar een vriend auto's verkocht in een plakkerig pak wat niet bij zijn haar paste. Nu sta ik er buiten in een lange rij nietszeggende mensen. Het is broeierig warm en bewolkt.

De rij is nogal anders dan de rij die ik vorige maand zag voor de Primark. Er stonden zo'n 150 mensen tegen elkaar aan te wachten om binnen geen corona te krijgen of door te geven. Om die reden was de bibliotheek ernaast toen trouwens nog dicht. Gefascineerd door de hoeveelheid aandacht, bekeek ik hun site. Bovenaan stond Menstruatieondergoed zeven euro en verder Droom lekker weg, verruil je sweater voor deze op safari geïnspireerde collectie.

De mensen in de rij vandaag staan veelal zonder sweater te wachten om zelf uiteindelijk op safari te kunnen of iets dergelijks. Maar ook om mee te helpen corona zoveel mogelijk uit de wereld te laten verdwijnen. En zo een soort heldenstatus bereiken als je het leuk bekijkt. Nuchter gezien gewoon noodzakelijk. Al is het afwachten met varianten.

De rij schuift door. Het gaat rap. Ondertussen probeer ik klam van de hitte een vergeten formulier op mijn telefoon in te vullen wat daar niet voor gemaakt is.

Er loopt een vent met een fluorgeel pak aan langs de meute. Met een Surinaams accent roept hij 'Iedereen fascinatie!?'. En nog eens 'Iedereen fascinatie!?'. Ik moet lachen en vind de man geweldig. 'Vaccinerend', zeg ik zachtjes. Een paar mensen kijken vragend naar de man, de meeste kijken niet. Ik maak een praatje met 'm. 'Er wordt alleen gefascineerd hier. Je krijgt hier geen stempel in je paspoort', zegt ie, 'die gele'. 'Waar krijg je die dan?' 'Alleen bij Ado. Bij je tweede'. Ik vraag wat over dat formulier wat ik niet heb. 'Heb je ID bij je?' 'Ja'. 'Oooh maakt niet uit dan toch?', lacht ie in fluorescerend Surinaams Haags.

Op een papieren formulier vul ik ergens overal nee in. Een slecht Nederlands sprekende man vraagt of hij ook overal nee in moet vullen. Ik zeg ja, als je niet zwanger bent wel. Hij kijkt even serieus naar het papier en vult overal nee in.

'Ja lekker ontspannen die arm. Normaal hou ik wel van spierballen'. Een grapje van de vaccinatievrouw. Ik voel niks van de prik en lach wel iets maar daar is geen tijd voor. Snel plaatsmaken voor de volgende.

Ik babbel nog wat met de fascinatieman bij het weggaan. Hij is vrolijk. 'De familie wordt steeds groter!' en 'Ik mag volgende week!' en, als ik wegfiets 'Tot over vijf weken!' 'Sta je hier dan ook?' 'Ja! Als God het wil!'

twien

De mooiste vrouw van Nederland. Vorige week ben ik bekend geworden met het fenomeen Monica Geuze. Sinds een aantal dagen is ze de mooiste vrouw van Nederland. Althans volgens het 'For Him Magazine'. Een soort Playboy zonder naakt en met veel ‘machines’, auto’s enzo. Zelf hebben ze het over 'het allerlaatste mannennieuws' en 'van sexy tot funny naar useful'.

Monica deelt veel van haar dagelijks leven op Instagram. Bij Monica thuis in Vinkeveen deed laatst het water het niet. Ze moest toen lang wachten om de opmaakspullen en dergelijke plak van haar lichaam te reinigen. Eerder die dag werd ze als mooiste vrouw gehuldigd. Daarna ging ze het vieren en at ze de lekkerste salade ooit.

Een andere foto is van een kroket die ze in haar hand houdt met de tekst: En ja dit was een zeer sweety garnalenkroket als ontbijt😍. Zoete garnalen in gefrituurde paneermeel als ontbijt verdient aandacht.

Tussendoor maakt Monica veel reclame voor allerlei spullen. Je kon haar van de week ook vragen stellen die ze beantwoordde, zoals deze:

– ‘Heb je naast lipfillers andere fillers of botox gedaan?’

– ‘Jazeker 😂 alleen ik kies er voor dat niet duidelijk te delen omdat ik vind dat ieder die keuze voor zichzelf moet maken en zich niet door anderen moet laten beïnvloeden.’

Zelf boetseert ze haar lichaam, maar mensen moeten zich niet door haar laten beïnvloeden, denk ik dat ze bedoelt. Al is ze volgens mij ook influencer. Ze is er in ieder geval bewust niet duidelijk over. Ze schrijft verder…

‘Fillers zijn tijdelijk en heb ik laten verwijderen bijv in mijn lippen, maar heb wel eens fillers in mijn jukbeenderen, kaaklijn en neus gehad + werk regelmatig preventief mijn fronsrimpel bij met botox, ook gebruik ik botox in mijn oksels tegen zweten’

Het niet duidelijk delen aan haar 1,2 miljoen volgers van haar lichaamsaanpassingen is nu toch best duidelijk. Ze zegt letterlijk wat ze gedaan heeft. Bovendien heb ik geleerd dat fronsrimpels preventief erg handig zijn bij het bekijken van moderne kunst.

Vandaag zegt ze met een dikke bril op in beeld dat ze een ontstoken oog heeft en níet te vertonen is. Tips anyone!? vraagt ze aan haar volgers. Er is een lichte paniek in haar stem te horen. Niet veel later, het oogprobleem blijkt mee te vallen, maakt ze reclame voor een frisdrankje waarvoor ze een leuke actie hebben bedacht: Je kan de verschillende smaken in één verpakking kopen.

Een ander bericht is met twee foto's van Monica in dezelfde pose. Op de ene foto is een moe meisje wat een beetje ongezond eet te zien. De ander is een model waarvan leeftijd en emotie lastig vast te stellen zijn. Dat is de vrouw die de mooiste vrouw wordt genoemd. Daar is ze opgemaakt en gephotoshopt. Ze laat zo alle lagen van trucage van haar prijswinnende schoonheid zien. Een commentaar van een meisje: Zo fijn dit!! Dat er eens eerlijkheid komt! Zoveel vrouwen zijn onzeker geworden door bewerkte foto’s, dus dikke duim dat je ook je echte zelf durft te laten zien – trouwens daar ben je veel mooier!!

Monica, 26 jaar, was vroeger dj en heeft een dochter, Zara-Lizzy van bijna 3. Een paar jaar geleden schreef ze een boek: ‘My Way’, over haar leven als vlogger.

Nou, dan weet je dat. Ik probeer haar eigenlijk al weer te vergeten.

twien

Jeppe gaat zwemmen Eindelijk kon Jeppe weer eens naar het zwembad. Hij had nog wel wat last van zijn elleboog die hij had gestoten tijdens het werk, maar dat mocht de sportpret niet drukken. Met racefietsen, of volgens Jeppe ‘wielrennen’, schoot het de laatste tijd ook al niet op met sporten. Door het schizofrene weer van de laatste tijd was hij vaker nat dan moe. Verder had Jeppe zich de laatste tijd klem gegeten aan luxe kazen, dus een kilometertje baantjes trekken zou goed voor hem zijn.

Enthousiast stond Jeppe zijn blauwe zwembroekje aan te doen en hij zocht naar de oordopjes die hij nodig had om zijn oren niet vol te laten lopen met water onderwater. In de kleedkamers stond zoals altijd een populaire Nederlandse radiozender aan die voor hem weer eens de lulligheid van de Nederlandse cultuur bevestigde. Een dj op de radio probeerde een grapje te maken. Radio-dj’s zijn sowieso niet echt grappig, ze zijn immers geen cabaretier, dacht Jeppe. Hij lachte wat mee met een onverstaanbaar grapje, al lachte hij eigenlijk om zijn eigen gedachtegang.

In het kleedhokje naast Jeppe was een ander joch een vergelijkbaar blauw zwembroekje aan het aantrekken. Dat joch was niet zo enthousiast. Hij was hardop tegen niemand in het bijzonder aan het praten terwijl ze richting het zwembad liepen. Hij praatte over de situatie in Israël en hij klonk boos. Jeppe vond het altijd wel leuk om een sociaal kutpraatje met Jan en alleman te maken, maar hij had zich niet zo verdiept in zogenaamd westerse staten die claimen voornamelijk voor mensen met één etniciteit en/of geloof te bestaan. Juist in sociale kutpraatjes, vond hij, is de gelijkwaardigheid van de mens van belang. Dit praatje liet hij dus maar aan zich voorbijgaan.

Toen was er op de radio een liedje te horen dat werd gezongen door de zanger Dinand Woestmans. Dinand is een Nederlandse zanger waarvan meerdere vriendinnen aan kanker zijn doodgegaan. Een zielig verhaal. Dinand is vooral bekend van de band Kane. Een ander zielig verhaal. Dinands typische stemgeluid werd in dit liedje ondersteund door een deuntje van Tiësto. Tiësto is een Nederlandse dj die 10 jaar achter elkaar in de top tien van de beste dj’s van de wereld stond, met steeds weer vergelijkbare deuntjes, wat aangeeft hoe conservatief de muziekwereld rondom Tiësto is. Nog een zielig verhaal.

Al met al vond Jeppe radiomuziek maar niks, maar vooral bij dit soort ‘Nederlandse’ nummers bedacht hij hoe hij steeds meer een hekel kreeg aan elke vorm van nationalisme. Dit nummer gaf eigenlijk de doorslag, vlak voordat hij langzaam zijn kazige sportlichaam het water in liet zakken via het trappetje zei hij: ’Het facisme is niks voor mij!’ Jammer genoeg luisterde net op dat moment niemand naar Jeppe.

twien

International Day of Families Mama loopt met dezelfde pas door met de kinderwagen, terwijl papa een horecatentje binnen schiet: 'Even Anna gedag zeggen'. Daar wacht mama niet op. Het is zo’n tentje waar alleen vrouwen zitten die zwanger zijn. Of willen worden. Of het net zijn geweest. Samen met vrouwen die net doen alsof ze luisteren. Met rosé. Of mokken die met twee handen worden vastgehouden. Mokken met schuimende melk, gemaakt zonder zoogdier, met een wolkje koffie.

‘Waar is pappa!?’, schreeuwt het kind terwijl hij z’n koppetje uit de wagen steekt. Mama kijkt ook om. Geïrriteerd. Komt papa net aangerend. Op dezelfde witte tennisschoenen als mama, maar dan zonder groen merkstreepje. Terwijl hij zijn hijgen verbergt, zegt papa tegen het kind: ‘Gaat papa lekker pasta voor je koken.’ Een vraag zonder vraagteken. Kind heeft toch geen keus. ‘Het hoeft alleen opgewarmd’, zegt mama stug. ‘Ja ik dacht een lekker sausje erbij’. ‘Er zit al saus bij’. ‘Oh maar ik dacht meer saus. Kaas? Kaas!’ Papa lijkt van zichzelf dingen te moeten zeggen vanwege zijn blije vader imago. ‘Wil je lekker kaas erbij?’ Terwijl hij loopt, gaat hij door zijn knieën zodat zijn hoofd dicht bij dat van het kind komt. Het ziet er vreemd uit, zoals hij nu loopt lijkt hij net gehandicapt. ‘Ja!’, zegt het kind blij. Veel te enthousiast. Hij lijkt op zijn vader. Mama vindt dat niet zo leuk. ‘Wil je dan lekker parmezaan?’ Een oprechte vraag nu over welke kaas, aan een kind van één. Nee doe maar Pecorino Romano? ‘Ja!’, zegt het kind weer enthousiast. Tja, dat kind zegt altijd ja. Of alleen als ergens het woord ‘lekker’ voor wordt gezet.

Kind, het is vandaag lekker International Day of Families, we eten poep met parmezaan lekker! Ja!

twien

Langzaam garen In de bomen boven de markt op zaterdag zitten spreeuwen die zich wel laten horen maar niet laten zien. De auto’s razen voorbij. Een man met een fikse baard loopt langs en kijkt me aan. Ik zeg hem gedag en hij knikt waaruit blijkt dat hij vind kloppen wat ik zeg.

Aan de overkant staat een vent nonchalant met een slechte kwast een muur bordeaux rood te verven. De muur was dat vroeger ook. Daar zat ook shoarmatent Nawroz maar die is nu dicht. Om de hoek van Nawroz zit vleesparadijs Centrum. Of Vleescentrum Paradijs, dat ben ik even vergeten.

Aan de andere kant zit een modezaak die ik niet eerder heb gezien. DLUXE MODE staat er met grote letters boven de deur. De letters zijn samen net breder dan de deur. In de etalage kan ik alleen een wit paneel zien met gaten die aan pantervlekken doen denken.

Dan begrijp ik dat ik aan de verkeerde kant van de markt sta te wachten.

Het is hectisch zoals zaterdag meestal wel. In de zijstraat langs de markt staat een file auto’s waar de stoerste mannen het vaakst toeteren. Een vrouw met een hoofddoek tikt boos met een sleutel of iets dergelijks op het raam van een geparkeerde auto: ‘Ik bel de politie! je bent dronken!’

Terwijl ik me voor een zijingang sta te oriënteren, valt er achter mij iemand. Ik kijk om en zie dat de jongen al weer bijna is opgestaan. Hij lacht zijn val weg. ‘Gaat het?’, zeg ik automatisch. Hij blijft glimlachen en pakt zijn fiets op. Hij zegt niks, kijkt een beetje wazig.

Ik heb afgesproken met een vriendin om eten te kopen. ‘Morgen varken halen en dan komt alles goed’, zei ze gister. Buikspek. Om langzaam te garen. We gaan een vleesfestijn houden vanavond. Ze staat naast de varkenskraam. De meisjes die er werken hebben allebei een varkensgezichtje. Eentje heeft dikke wangen waar ik in wil knijpen. Ze kijkt niet zo vrolijk, maar waarschijnlijk zijn haar wangen gewoon wat zwaar. Ze verkopen er alleen varkensvlees dacht ik, maar we krijgen een osseworst met truffel cadeau.

Kroppen sla, tomaten. Uitjes hebben we wel. Knoflook en aardappels bij een charmante vrouw. Bij de bakker zegt een vrouw tegen een man voor haar dat ze eerder aan de beurt is, waarop de man vraagt hoe het komt dat hij dan voor haar in de rij staat. Een zwerm klagende en rokende kleine Haagse vrouwtjes staat te wachten tot de koffietent eindelijk opengaat.

We lopen nog wat verder. . Een Turkse vrouw heeft een zwartleren mondkapje op. Bij een bleke griet is opvallend veel ondergoed te zien als ze naar haar kinderwagen bukt. Een zwarte vrouw doet haar broek goed, het is blijkbaar de bedoeling dat je haar dikke blote buik ziet. Bij een kledingkraam staat de onderkant van een paspop te shinen met een fluorgele legging. Een man staat ernaast te wachten op zijn vriendin met wie hij net een bounty heeft gedeeld.

Alleen bij een man die goudkleurige plastic bijzetleeuwen en ander glimmend garnituur verkoopt is het rustig. We gaan naar huis. Om langzaam te garen. Al weet ik niet of je ook snel kan garen. Knapperig korstje.

twien

Deze Aan de rand van Duindorp zitten een paar vrouwelijke inboorlingen op plastic stoelen, uren achtereen sigaretten te kauwen en te klagen. Een kind zit met z’n dikke rug naar de omlaaghangende mondhoeken en staart naar de grond.

Een grote vierkante vrouw met een rond hondje dat op zijn reet wordt voort getrokken terwijl ie wil plassen. Ze kijkt me boos aan. Waarom? Het is een stralende dag! Beetje fris maar zon.

Een loodgieter met een punthoofd kijkt me verbaasd aan. Ja, dat snap ik wel.

In de duinen worden foto’s genomen van twee jongens met een schaatspak aan. Eentje knalblauw. Hij doet een blank dansje. Ik neem er een foto van maar ben net te laat. Ze zijn zichzelf al aan het bekijken. Zouden ze Purno de Purno kennen?

Een meisje met een zelfverzekerde tred lacht geforceerd haar eenzaamheid weg. Alleen is ook oké, hoopt ze. Ze loopt rechtdoor richting strand, maar gaat toch linksaf, maar dan toch maar rechtdoor.

Even later duik ik in de intense groene zee. Het is heel koud. Twee graden of zo. Het doet pijn en elke seconde in het water lijkt drie uur. Na 21 uur in het water lijkt het te gaan wennen. Maar dan besef ik dat signalen in mijn hoofd mij iets proberen te vertellen. Dit is níet de bedoeling! Duizenden naalden prikken me het water uit. Even kon ik dat ontkennen. De statische toestand, lock down, avondklokjes, het onvermogen wat er aan vastplakt, het vacuüm, in een keer weg.

Terwijl ik euforisch opdroog in de zon met een laagje zee op me tegen de frisse lucht, ontstaat er weer een nieuwe wereld in mijn hoofd en hij is fantastisch.

Ik moet het even opschrijven. Oh dat is dit natuurlijk. Deze. Zoetsappig weer hoor. Godsamme.

Terug in de duinen op een bankje. Een roodborsttapuit fluit alvast de lente. Oh fijn, nog meer zoetigheid.

Op het bankje naast me hebben twee vrouwen het over een gemiste aanbieding. Ze heeft ook nog met Jennifer gesproken. De bewolking begint weer.

twien

Zien In het bos doe ik tijdens het lopen mijn ogen even dicht. Het lijkt of het geluid van vogels en honden en hondenmensen direct harder wordt. Het ruikt ook meer naar bos.

Ik denk aan een boek wat ik las over een pandemie waar blind zijn besmettelijk was. Uiteindelijk iedereen blind en niks werkte meer normaal. Niemand kon zijn huis nog vinden. Of een wc, alles werd heel snel smerig. En mensen die al blind waren, zagen zo ineens het meest.

Ogen dicht. Tien stappen proberen. Op mullige grond bestemd voor paarden. Elke stap bewuster. Zeven, acht. Toch weer kijken. Best te doen, een rechte weg, maar ik wil niet op m’n plaat gaan.

Toen ik dat boek las, woonde ik in Transvaal. Een lelijk huis wat gesloopt zou worden. In de kelderbox waar ik mijn fiets moest zetten, was het licht kapot. Pik donker. Op de tast en zonder deurknop vond ik uiteindelijk het slot. Ik werd er handiger in. Blind stak ik na een poosje in één keer de sleutel in het slot. Echt blind word je misschien pas nadat je geoefend hebt. Daarvoor kan je gewoon niks zien.

Twaalf ferme stappen nu. De warmte van de zon geven me een indicatie van de bomen door hun schaduw. Stiekem doe ik mijn ogen soms een knipper open, alsof ik met blind zijn mag valsspelen. Nog eens tien. Twaalf. Zeventien stappen in het donker. Vorige zomer op een warme donkere nacht in de Ardennen in een onzichtbaar gat gevallen. Anderhalve meter diep, mijn knie protesteert nog steeds.

Ogen maar weer open. Schel fel licht wordt door stukken kale boom opgevangen en als een schilderijtje in mijn ogen gesmeten. Ik ben een luie schilder. Eén boom vangt het golven van een sloot zodat ie danst. Zien is geweldig.

twien