Anne

#onderwijsgedachten #learninginpublic

Het is bijna twee jaar geleden dat ik halsoverkop mijn onderwijs moest omgooien naar volledig online omdat Covid uitbrak. In die eerste driekwart jaar was ik onderdeel van een team dat de hogeschoolbrede ondersteuning voor docenten op gang bracht en verzorgde. Met warme gevoelens denk ik terug aan de beginperiode. We bouwden websites, schreven toetsbeleid, hielpen onderwijsadviseurs en docenten een stapje verder. En ondertussen in mijn eigen klas boksten we het samen met de studenten (in mijn geval ook allemaal docent) voor elkaar. Ik breidde mijn onderwijstechnologisch repertoire elke week met een baby-stapje uit en leerde meer dan in de 6 jaar daarvoor.

Natuurlijk kijk ik ook met gemengde gevoelens terug. Ik heb vier trimesters volledig online onderwijs verzorgd dat daar niet op was ontworpen. Toen ik afgelopen september eindelijk weer voor de klas stond in plaats van zat kon ik mijn geluk niet op.

Nu we weer enige normaliteit in het vooruizicht hebben, is het tijd om de balans op te maken en vooruit te kijken. Corona-onderwijs is noodonderwijs. We hadden geen of weinig keuze welk onderwijs online en wat fysiek kon.

Experts en artikelen zeggen allemaal dat het één op één kopieren van onderwijs van volledig fysiek naar blended of online geen recht doet aan de mogelijkheden. Dat herken ik. Nadat we de technische basics van online lesgeven enigszins onder de knie hadden, kwam er vraag naar hoe je studenten online activeert, hoe je echt contact maakt, hoe je (peer)feedback organiseert. Er was geen ruimte om je hier echt in te verdiepen. Veel adviezen en praktijken bleven hangen in veranderingen die relatief eenvoudig op lesniveau uit te voeren waren.

Daarnaast begon men na te denken over het blenden van onderwijs: wat doe je fysiek en wat online? Hoe vind je een goede balans tussen die twee? En welke plek heeft hybride onderwijs, waarbij een deel van de studenten in de klas zit en een deel online de les volgt?

Aan ideeen, toolkits en modellen geen gebrek. Maar bij mij klikt het nog niet. Het zijn oplossingen voor problemen die ik nog niet scherp heb, vooral als het gaat om de rol die technologie in leren kan spelen. Ik heb behoefte aan meer kennis en een zelf opgebouwd referentiekader.

  • Hoe ondersteun je het leren van je studenten met onderwijsleertechnologie?

  • En hoe ontwerp je vanuit die kennis blended onderwijs?

Daar ga ik de komende tijd aan werken, door de literatuur in te duiken.

#blendedlearning

Met de Carpe Diem methode ontwerp je onderwijs met digitale leeractiviteiten. Donderdag 16 mei volgde ik een workshop van Gilly Salmon, bedenker van Carpe Diem. Dit is deel 2 van mijn verslag. Deel 1 vind je hier

Voor ik geld betaal om in een zaaltje naar een verhaal te luisteren, maak ik altijd een afweging. Gilly Salmon deelt haar werk creative commons, dus wat is de toegevoegde waarde? Ik ben blij dat ik me heb laten overhalen. Carpe Diem is een speelse methode en Salmon een kleurrijke facilitator, die graag over haar werk praat. Daardoor konden we tussen de regels door een beetje de kunst afkijken. Al luisterend schreef ik een aantal inzichten op.

Veranderen door te doen, niet door te overtuigen Bij iemand als Gilly Salmon vraag je je al snel af wat haar geheim is. Hoe krijgt ze in toch wat stijve settings mensen mee? Een deel van het geheim verklapt ze zelf: je begint meteen met de vakinhoud, zonder eerst ingewikkelde discussies te voeren over modellen of de toekomst van het onderwijs. Salmon is, bleek ook tijdens de borrel na de workshop, altijd op zoek naar goede, snelle werkvormen. Je maakt speels een missie (blueprint), krijgt een snelle structuur aangereikt waarin je die meteen kan toepassen (story board, e-tivities). Vervolgens evalueer of test je dit en past het aan. Dat alles gebeurt in een dag. Salmon begon Carpe Diem ooit als kennismaking met nieuw team. “I knew enough about team building not too tell them we were team building.” In plaats daarvan vroeg ze “How about we get together and design a course together?”. Ze streeft wel degelijk verandering na: “Massive transformational impact is possible”. Onderwijs wordt bijvoorbeeld “e-tivities based rather than delivery based.” En hoe leuk creatief werken ook is, “It’s not about the post-it notes, but about mindset alteration which will gather force over time.” Als je ervaart hoe je onderwijs erdoor verbetert, zorgt dát voor verandering.

Een beeld van een Carpe Diem workshop op Salmons website

Het geheim ben je uiteindelijk zelf Een ander deel van haar geheim zit in haarzelf. Als facilitator moet je collega's het vertrouwen geven dat dit gaat werken en dat ze het kunnen. Al in haar handleiding viel me haar informele stijl op (“lots of brightly coloured sticky notes” en “a nice big clock”) en aandacht voor catering (“Have a cup of tea.”). In de workshop had ze het meermalen over “lots of encouragement”. Het maakt niet uit dat je niet kan tekenen, “just put something down”. Dat past me wel: 'lots of encouragement’ kan ook in Anne-stijl. Voor de organisatie geldt volgens mij hetzelfde: ruimte scheppen en het proces aanmoedigen en niet teveel duwen op het resultaat.

Als je weet wat je doet, mag het best een tikje losser Werkend met collega's ben ik altijd op zoek naar een goede balans tussen creatieve flow en degelijk ontwerp. Die twee hoeven elkaar niet tegen te werken en soms vallen ze zelfs samen. Creatieve flow is belangrijk omdat je eerste idee zelden je beste is en omdat het fijn is te werken vanuit mogelijkheden in plaats van binnen de lijntjes van bestaande beperkingen. Die beperkingen verdwijnen niet zomaar omdat jij een briljant idee hebt. Daarom is degelijk ontwerp belangrijk. In stap 1 van Carpe Diem schrijf je een ‘Blueprint' waarin je o.a. leeruitkomsten bepaalt en ideeën voor toetsing verzamelt. Tot nu toe heb ik mijn collega’s bij de hand genomen en hebben we samen de constructive alignment (het logisch op elkaar aansluiten van doelen, onderwijs en toetsing) goed doordacht. Dat is een vruchtbaar gesprek, maar pas bij stap 2, het 'Story board', spreek ik onze creativiteit aan. Dat kan losser. De volgende keer doe ik de ‘Blueprint' zoals hij is beschreven. En zorg ik ervoor dat we afspreken hoe we de voortgang te blijven monitoren, zodat we ons niet uit koers laten slepen door wat er allemaal leuk en mogelijk is in onderwijsleertechnologie.

Aan het einde van de middag schreef ik nog twee voornemens op: 1. Volgende stap: ik ga me meer in e-tivities verdiepen. 2. Carpe Diem begon op cursusniveau, maar Salmon is nu ook bezig op programma/curriculumniveau. Ik ga eens doordenken hoe dat aansluit bij theorie en werkvormen over toetsprogramma’s die ik ken.

#onderwijsontwerp #blendedlearning

Met de Carpe Diem methode ontwerp je op een speelse manier onderwijs met digitale leeractiviteiten. Donderdag 16 mei volgde ik met twee collega’s bij een workshop van Gilly Salmon, bedenker van Carpe Diem. Het was een informatiedichte middag, dus ik stip hier één aspect aan dat me opviel: Salmons ideeën over overstappen van learning management systeem (LMS). Een tweede post over hoe ze zelf Carpe Diem sessies faciliteert zit in de pijplijn.

Salmon deed interessant uitspraken over LMS-en. Belangrijkste inzicht: er is weinig verschil tussen de grote vier-vijf learning management systemen. Momenteel stappen veel hoger onderwijsinstituten over. Salmon stelt dat het zonde is hier jaren energie in te steken. Het heeft dus geen zin om eerst uitgebreid aan docenten en studenten te gaan vragen welke functionaliteiten ze willen. De markt biedt immers zeer vergelijkbare systemen aanbiedt.

Het LMS van mijn hogeschool zit niet bij de grote systemen en ik denk dat het terecht is dat we gaan overstappen. Daarover gaf ze ook advies: áls je het doet, zorg dan dat het keuzeproces in een half jaar rond is. Steek je energie in de 2-3 jaren (!) erna in het begeleiden van docenten zodat ze het LMS optimaal benutten. Te vaak geven onderwijsinstituten een bak geld uit aan systemen die niet optimaal worden gebruikt.

Dat klinkt herkenbaar. Salmon maakte heel duidelijk dat we er met een up to date gebruikersvriendelijker LMS nog lang niet zijn. De verleiding is groot om enthousiast de meest coole nieuwe functies te proberen of om juist je huidige manier van werken door te zetten in het nieuwe systeem. Maar wat een nieuw LMS kan is niet het belangrijkste als er weinig onderscheid is. Wat je wilt is veel belangrijker. Steek daarom invoering van een nieuwe LMS niet te technisch in met knoppencursussen en functionaliteiten. Het is beter eerst te analyseren hoe je studenten leren, met welke leermiddelen, op welke manier, met wie etc. En vervolgens te bedenken wat je daar anders aan zou willen zien en hoe technologie dat kan ondersteunen.

Dat lijkt op hoe ik voor de master Pedagogiek uitkwam bij Office365 Teams. Alle onderwijs in een deeltijdmaster vindt plaats op één dag, die daardoor snel volloopt met instructie, verwerking, (peer) feedback en reflectie. Door de week studeerden studenten alleen, ook als ze vastliepen.

We zochten dus een systeem waarin studenten doordeweeks eenvoudig met elkaar kunnen praten en waarin ze elkaars werk kunnen inzien en van feedback voorzien. Voor dat laatste is Teams misschien niet het ideale systeem, maar als je het slim gebruikt blijkt het met onze doelgroep prima te werken.

Teams heeft ervoor gezorgd dat onze studenten doordeweeks veel meer met elkaar doen en ook dat ze ons beter weten te bereiken. We gebruiken nu vooral gesprekken in de tijdlijn, het posten van documenten en een enkele video. In de aanloop naar een nieuw LMS over (hopelijk) anderhalf jaar, ga ik komend jaar vast wat kleine experimenten uitvoeren om de ondersteuning met leertechnologie een stap verder te brengen. Wordt vervolgd dus.

#onderwijsleertechnologie