twien

brokjes wereld

De achterkant van een supermarkt Een van m’n favoriete citaten op quotebook.nl is van Annet: Almere, waar elk gebouw lijkt op de achterkant van een supermarkt.

Veel landschap lijkt inmiddels op de achterkant van een supermarkt. Hele buitenwijken gemaakt van karig kunststof op een bedje van parkeergelegenheid. In weilanden staan distributiedozen waarvan de achterkant de voorkant is.

In de stad zijn er nu veel flitsbezorgbedrijven. Flitsen schichten met vierkante ruggetjes op fietsige brommers de stad van hun sokken. Soms monumentale panden in het centrum worden door die bedrijven bezet en afgeplakt, een gecensureerde façade. Op straat struikelen mensen over hun luidruchtige distributiekanalen.

De voorkant van de stad wordt zo de achterkant. Maar binnen tien minuten prei in huis.

‘Supermarkten voldoen niet meer aan de behoeften van de mensen’, zegt een eigenaar. De behoefte van mensen die in de stad wonen lijkt me toch vooral het wonen in een stad.

twien

Vrijheid Praktisch voor m’n deur marcheert een optocht van een paar duizend mensen. Vooraan de stoet een Russische vlag. Maar ook ergens Stay out Ukraine.

Een groepje Nederlandse vlaggen met oranje boven. Die werd vroeger gebruikt door de NSB.

De demonstratie gaat voornamelijk over coronamaatregelen. Maar die zijn er nu bijna niet.

Make the virus push the vaccine staat ergens. Make the virus great again?! Zoals kanker een bestrijding tegen chemo?

Een moederhartmens loopt te stralen in haar kracht. Ze schreeuwt over mondkapjes tegen een agent en dat zijn glimlach niet zichtbaar is. Maar hij heeft een das om.

Veel vlaggen met een hart erop, paraplu’s met liefde. “We zijn een mars der verbinding”, wordt omgeroepen. In naam van liefde samen boos op al het andere.

Ze klagen over ‘onze vrijheden’. Met onze vrijheden kun je dat blijven doen.

“Rot op uit m’n buurt! Met je vrijheid”, zegt een buurvrouw.

Ondertussen in een andere realiteit... Meer dan 10.000 mensen gearresteerd in Rusland, demonstrerend tegen de oorlog. Ze kunnen er 15 jaar voor krijgen.

Voor het eerst wordt voor mij 'de oorlog' misschien niet meer díe oorlog.

twien

De komiek en de politicus Een oude komiek en een extreem rechtse politicus zitten in een Italiaanse broodjeszaak. Het lijkt een mop maar ik zag ze daar echt.

Eigenlijk liep de komiek net naar buiten. Weg mop. Paul van Vliet was die komiek. Hij maakte vroeger nette grappen waar niemand om lachte. Nou ja, ík niet. Maar voor de meeste komieken ben ik niet het juiste publiek.

Binnen staat de complotmarmot iets te bestellen. Een bijnaam voor een FvD politicus. Volgens hem hebben we een tirannieke samenleving. Hij beschuldigde kabinetsleden van massamoord en landverraad. Beetje bitter eet ik door zijn bijzijn stilletjes mijn broodje. Al ben ik voor de meeste politici niet het juiste publiek.

Verder zei een jongen in die broodjeszaak, dat hij thuis zijn pasta carbonara met room bereidt. ‘Schandalig!’, riep ik gelukkig veel te zacht.

Drie landen verderop is een voormalig komiek de president van Oekraïne. Володимир Зеленський, Volodymyr Zelenskyy. Hij sprak ooit de stem in van Beertje Paddington. Momenteel de held voor zijn mensen, in oorlog tegen een smerige tiran.

twien

De juiste systemen Telefonisch is de klantenservice moeilijk te bereiken. Mailen kan überhaupt niet met het telecom/internetbedrijf. Ik neem een foto van het scherm waar de virtuele assistent niet antwoord.

Via een facebookchat schrijft Johrick dat hij niet kan helpen. Hij kan ‘niet binnen de juiste systemen’. Zijn service aan mij als klant, is mij terugverwijzen naar de klantenservice.

‘Ik kan ook niet binnen de juiste systemen’, schrijf ik. ‘Misschien dat jij iets kan regelen op je werk?’ ‘Helaas’, klinkt het formele medeleven. ‘Ik gun het jou, Twien!’, zegt Johrick.

Over het algemeen is er een idee dat werk waardevol op zich is. Het hoeft niets op te leveren. Blij zijn de mensen als het eindelijk weekend is. Dat hebben ze verdiend.

De meeste echte arbeid van een werkdag schijnt, vooral door onzinnigheden, in drie uur te kunnen worden gedaan. Mijn werkdag is vandaag vooral onzinnigheden. Je leest het.

twien

Ricardo De poes die ooit naar binnenliep, in het huis met het torentje waar we met z’n allen woonden, noemden we Ricardo. Pikzwart met een gouden ketting om. Ze ging niet meer weg, maar bleef een beetje straatkat. Als je ‘r aaide bleef ze gezellig in je arm hangen. Jaloers viel ze vrouwen aan die op bezoek waren.

We bonden een cameraatje op haar nek en zagen haar live op televisie op de dakrand banjeren of uren naar een muur kijken. We vonden stukjes muis op de trap, alsof hun broek met staart en al was uitgedaan.

Jaren later woonde ze bij mij. Ze was een tijd verwend geweest. Een vadsig lijf met een klein koppetje. Ze had okerkleurige ogen net als het tapijt, waardoor het leek of ik dwarsdoor haar ogen de vloer kon zien.

Langzaam werd het een scharminkel. Ik noemde haar Muizenbach of Stuifmiegel. Elke dinsdag moest ze kotsen. Een keer met oud en nieuw bleek, toen ik ’s ochtends terugkwam, dat ik haar per ongeluk in de koude gang had ingesloten. Ze was niet boos, zelfs blij me te zien en mauwde enthousiast: ‘Mieeer!’

twien

Zalig Op een mistig winters grasveld traint Arie zalig zijn spieren door heen en weer te rollen. Er zit modder op z’n buik, maar daar heeft hij poep aan. Ik word soms onzeker en soms misselijk als ik zijn fysiek zie. Het verschil tussen lichaam en body. 1 januari zag ik een filmpje van Arie. Hij staat in een sloot. Eerst filmt hij overvliegende ganzen en dan zijn eigen hoofd. Hij zegt ‘kijk nou!’ en richt weer op de ganzen. Dan zie je weer zijn natte hoofd in het kouwe water. Hij zegt met een warme zalvende stem ‘gelukkig nieuwjáár’. Een vreemd warm-koud contrast. Je hebt een lichaam en je bent een lichaam. Soms fijn. Soms pijnlijk. Soms eenzaam. Arie heeft daar geen last van lijkt het. Hij kent Jezus. ‘Hij ís Jezus’, zei laatst een vriendin. Hij is in ieder geval blij met zichzelf. Moet ik op zoek naar mijn inner Arie? Binnenkort spring ik op een zonnige dag weer eens in de zee. Koud. Zalig.

twien

Statiegeld Bij de supermarkt doe ik een aantal plastic flessen in de statiegeld machine. Het apparaat herkent er maar een, drie hebben geen label meer. Ik trek een jong dikkig mannetje met een blauw pakje aan zijn oortje. ‘Er moet een streepjescode op zitten’, zegt ie. ‘Ja, er zitten geen labels op’, zeg ik, ‘het apparaat begrijpt dat niet, daarom vraag ik het aan jou.’ De jongen herhaalt zichzelf. ‘Het zijn plastic flessen’, zeg ik net iets te hard. Ik hou een fles demonstratief omhoog. 'Moet ik die nu wéggooien?’ Hij snapt het idee van statiegeld niet? Ik word bijna ziedend. In een supermarkt. Tegen een bol jochie. Met een brilletje. Niet de bedoeling. De jongen hoort me niet meer, hij ziet alleen een vervelende man. ‘Ik kan de manager voor u halen?’ ‘Ja!’ Van de manager krijg ik vier kwartjes statiegeld op een briefje en ik koop een pak smerige koekjes. Om elk koekje zit een plastic wikkel die ik buiten boos op straat gooi.

twien

Authentiek™ Op een verjaardag sprak ik een meisje. Ze kwam net uit Utrecht, leuk. Dagje lekker shoppen. Jurkje gekocht bij de Zara. Die heb je hier toch ook? Ja, maar dan kon ze hem makkelijk ruilen… Ik dacht aan duizend truien met de tekst Authentic.

Zoals franchise koffietenten met jazzy muzak, Zweedsig sfeerlicht en een handschrift lettertype logo. Willen lijken op een authentiek koffietentje. En dat tentje wil weer dáár op lijken. Het verschil is af en toe wat Word Art. Tja, Coca~Cola kaapte al hippies voor hun reclame in de jaren zestig. M’n ouders reden toen een rooie eend met gele bloemen, maar hadden nog nooit wiet gerookt.

Aan een tafel in de hoek een meisje met een mokje melk met koffiesmaak, starend naar haar laptop. Ze heeft een eigen onderneming, iets met kralen. Als influencer op de socials werkte niet echt. Te tenenkrommend, vond ze zelf ook wel. Authentiek blijven en hopen dat de algoritmes goed gezind zijn! Ze eet een koekje achter haar hand. Strakjes naar de Zara, jurkje ruilen.

twien

Dankbaar aan de homo economicus ‘Dankbare mensen zijn gelukkigere mensen. Dat vergeten mensen’, zegt Ernst Jan op zijn website. Hij verkoopt het Dankboek. Twintig euro. ‘Je kan er elke dag opschrijven waar je dankbaar voor bent.’ ‘Bijvoorbeeld als je wakker wordt, of voor het slapengaan’. Er staan foto’s van het boek. Gesloten, met een glas thee ernaast, en geopend met een kop koffie ernaast.

Het is een leeg boek.

Ernst Jan werkt zestig uur, zegt hij in een podcast, ‘maar dat voelt als ontspanning.’ Hij praat over investeren in aandelen, maar ervaart ‘een ongemakkelijk gevoel, vanwege de economische groei die de planeet niet aankan’.

Hij besteedt veel tijd aan besparen en daardoor minder aan geld verdíenen. Een homo economicus. Een berekenend mensch. Hij geeft een tip: Je hebt meer geld, doordat je het niet uitgeeft.

Ernst Jan is ook mede-oprichter van De Correspondent. Bij het horen van zijn tip zegde ik mijn lidmaatschap op.

Van de Huilende Rappers leerde ik zo ooit een geheime trucje om wakker te blijven: Gewoon niet gaan pitten.

Dankbaar schreef ik dit.

twien

Let's go Het NOS journaal 's ochtend is vermakelijk. Er ligt een pak sneeuw in het oosten van de VS. De president kan even zijn vliegtuig Air Force One niet uit. Ik denk aan een superheld met een onderbroek over zijn glimmende pakje die zijn cape kwijt is. In Washington doet de officiële vereniging voor sneeuwbalgevechten “waarvoor het is opgericht”. Gezapige beelden. Mensen gooien sneeuwballen. Een jongen met een spiegelende zonnebril en een dikke muts met pluim zegt dat hij het hoorde op de radio en dacht: “You know what? Let's go!”. Mensen gooien nog meer sneeuwballen. De grote bewegende mond van de nieuwslezeres die daarna in beeld is, lacht en lijkt op een muppet, al blijven bij haar de pupillen op dezelfde plek. Ze vertelt dat er hier ook weersomstandigheden zijn. Toch fijn te weten dat alles goed gaat in Amerika, een jaar na de mislukte staatsgreep.

twien